IEXGeld

Dossiers

Profiel

Hoe kies ik het beste beleggingsfonds?

Via een beleggingsfonds kun je al met een relatief klein bedrag een breed gespreide portefeuille hebben. Maar hoe kies je uit het ruime aanbod het beste fonds?

Beleggen in plaats van sparen kan honderden euro’s per jaar extra opleveren, zo blijkt uit een recent onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten.

Natuurlijk brengt dit ook risico's met zich mee, maar tot nu toe zijn de beurzen elke klap weer te boven gekomen, of het nu gaat om de Tweede Wereldoorlog, de oliecrisis uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, het knappen van de 'dotcom bubbel' in het begin van deze eeuw of de kredietcrisis uit 2007/2008.

Spreiden is risico mijden

Je kunt de risico's indammen door je beleggingen goed te spreiden. Dat kan het makkelijkst via een beleggingsfonds. Je krijgt dan automatisch een mandje van tientallen aandelen en hebt er bovendien geen omkijken naar.

Lees ook: Zo bouw je een ETF-portefeuille op

Het aanbod aan fondsen is echter overweldigend. Er bestaan zelfs meer beleggingsfondsen dan aandelen. Hoe vind je nu het fonds dat het best bij je past? We zetten de tien belangrijkste criteria voor je op een rij

1. Actief fonds of een ETF?

De eerste keuze die je moet maken is tussen een actief beheerd fonds (waarbij de fondsbeheerder na uitgebreide research zelf aandelen selecteert) of een exchange-traded fund (ETF, ook wel indexfonds genoemd).

In het eerste geval probeert de fondsbeheerder met slimme keuzes een bovengemiddeld rendement te behalen. In het tweede geval koopt de fondsbeheerder alle aandelen uit een index, zoals de AEX of S&P 500.

Het nadeel van een ETF is dat er in de portefeuille ook mindere goden zitten: de achterblijvers in een index. Een actief beheerd fonds daarentegen kan de markt afspeuren naar de beste aandelen. Of dat ook lukt, moet je natuurlijk wel afwachten.

2. Hoe hoog zijn de kosten?

Wat het toekomstige rendement van een beleggingsfonds wordt, weet je vooraf nooit. Maar één ding ligt wèl vast: de kosten. Omdat deze rechtstreeks een deel van je winst afsnoepen, is het belangrijk om hier goed op te letten.

Een handige maatstaf om de kosten van beleggingsfondsen te vergelijken is de zogeheten total expense ratio (TER). Dit zijn de kosten die een fonds jaarlijks inhoudt voor geleverde diensten, zoals research, het beheer en marketingkosten.

Omdat de beheerder van een indexfonds niet zelf onderzoek hoeft te doen, maar klakkeloos alle aandelen van een index koopt, is een ETF doorgaans goedkoper dan een actief beheerd fonds: je betaalt gemiddeld 0,4% per jaar, tegen zo'n 1% voor een actief beheerd fonds.

Let wel: dit zijn gemiddelden. Er zijn beleggingsfondsen en ETF's die een stuk voordeliger of juist duurder zijn.

Check ook: Dit moet je weten over kosten bij beleggingsfondsen

Een half procentpuntje verschil per jaar maakt niet veel uit, zou je zeggen. Maar op de langere termijn tikt het behoorlijk aan. Stel dat je €10.000 belegt, dan scheelt dat na tien jaar €600.

3. Wat is het rendement?

Je moet kosten altijd afzetten tegen het rendement. Een belegging in een wat duurder fonds dat consistent vooraan rijdt in het peloton kan onder de streep beter uitpakken dan de keuze voor een prijsstunter die plaatsneemt in de bezemwagen.

Helaas valt vooraf nooit te voorspellen hoe een beleggingsfonds in de toekomst zal presteren. Maar de resultaten uit het verleden geven wel een aardige indicatie. Er zijn beleggingsfondsen met een bovengemiddeld trackrecord en dat berust niet op louter toeval.

Kijk ook hoe het fonds zich door eerdere stormen heeft heen geslagen. In een bullmarkt is het natuurlijk een stuk eenvoudiger om een mooi rendement te behalen dan tijdens een recessie.

4. ... en wat zijn de risico’s?

Rendement en risico zijn communicerende vaten. Rendement is namelijk een vergoeding voor het risico dat je loopt. Denk bijvoorbeeld aan een koersdaling bij een aandelenfonds. Of aan een bedrijf dat de lening niet kan terugbetalen bij een obligatiefonds.

Natuurlijk wil je het liefst beleggen in een beleggingsfonds met een hoge rendementsprognose, maar dit betekent ook dat je een groter risico loopt om een deel van je inleg te verliezen. Kan en wil je dat dragen?

Het risico dat je kunt lopen hangt onder andere af van je leeftijd en het beleggingsdoel. Heb je nog twintig jaar voor de boeg, dan kun je je een hoger risico permitteren dan wanneer je de opbrengst volgend jaar al nodig hebt. Je hebt dan nog voldoende tijd om te herstellen van een eventuele koersdaling. Beleg je zonder specifiek doel of alleen voor luxe-uitgaven, zoals een verre reis, dan kun je beter tegen een stootje dan wanneer je het geld nodig hebt voor je pensioen.

Een goede graadmeter voor risico is de risicometer, die is opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Deze heeft een schaal van 1 (laag risico) tot 7 (hoog risico). Hoe hoger een fonds in deze indicator is ingedeeld, hoe groter het risico op forse koersschommelingen.

Verder kun je in het prospectus van het beleggingsfonds lezen wat de belangrijkste risico's zijn en wat de fondsbeheerder doet om deze te beperken. Denk bijvoorbeeld aan een maximale weging in één specifiek aandeel. Of aan een spreiding over verschillende looptijden bij obligaties.

5. Waarin belegt het fonds?

Het risicoprofiel bepaalt ook waar een fonds in belegt. Een fonds met staatsobligaties is doorgaans veiliger dan een aandelenfonds.

Maar ook binnen elke categorie zijn er verschillen in risico. Zo brengt een fonds met jonge groeiaandelen een hoger risico met zich mee dan een fonds met waarde-aandelen en aandelen met een hoog dividendrendement. En een obligatieportefeuille met high yield obligaties (van bedrijven met een lagere kredietrating) is weer riskanter dan een mandje met degelijke Duitse en Nederlandse staatsobligaties. Maar daar staat dus wel een hogere rendementsprognose tegenover.

Er zijn ook mixfondsen, die meerdere beleggingscategorieën combineren en behalve in aandelen en obligaties ook beleggen in bijvoorbeeld vastgoed en grondstoffen.

Lees ook: 5 opmerkelijke feitjes over sectorfondsen

Kijk daarnaast ook naar de regio’s en sectoren waarin het fonds belegt. Ook kun je een onderscheid maken tussen fondsen die zich vooral richten op kleine bedrijven (small caps) of juist grote multinationals (largecaps). Waar ligt je voorkeur?

Daarnaast kun je nog kiezen voor themafondsen, die inspelen op een bepaald thema, zoals robotisering, cybersecurity of de energietransitie.

6. Wijkt het fonds sterk af van de index?

Veel actief beheerde fondsen slagen er niet in om bovengemiddelde rendementen te behalen. Dat komt omdat hun portefeuille nauwelijks afwijkt van de index waarmee ze zich vergelijken (de benchmark). Zij voegen dus nauwelijks waarde toe, terwijl ze wel duurder zijn dan een ETF.

Kijk bij een actief beheerd fonds dus naar de zogeheten active share. Dit cijfer geeft weer in hoeverre het fonds afwijkt van de benchmark. Een fonds met een active share van 80% komt dus voor slechts 20% overeen met de benchmark en maakt dus eigenzinnigere keuzes dan een fonds met een active share van slechts 60%.

7. Hoe is de spreiding?

Hoe breder een beleggingsfonds is gespreid, hoe minder risico je loopt. Neem daarom de portefeuille kritisch onder de loep. Is het fonds evenredig gespreid over verschillende regio's en sectoren of domineren bijvoorbeeld Amerikaanse aandelen of techfondsen de portefeuille?

En in hoeveel individuele titels belegt het fonds eigenlijk? Een fonds dat belegt in 25 aandelen is uiteraard een stuk kwetsbaarder voor individuele koersdalingen dan een fonds dat in meer dan 60 verschillende aandelen investeert.

8. Dividend uitkeren of herbeleggen?

Bij aandelenfondsen kun je een onderverdeling maken tussen fondsen die ontvangen dividenden herbeleggen in nieuwe aandelen of periodiek uitkeren.

Lees ook: Welke smaken dividend zijn er?

Herbeleggen levert op langere termijn vaak een hoger rendement op, omdat je profiteert van het zogeheten rente-op-rente-effect. Maar wil je een constante inkomstenstroom, dan verdient periodiek uitkeren de voorkeur.

9. Hoe duurzaam is het fonds?

Veel beleggers hechten waarde aan het klimaat, sociaal beleid en goed ondernemingsbestuur, de zogeheten ESG-criteria. Het ene beleggingsfonds heeft dat hoger in het vaandel staan dan het andere.

Helaas zegt een zelfgekozen labeltje niet zoveel. Er zijn fondsen die zich duurzaam noemen, maar dat eigenlijk niet zijn. Denk bijvoorbeeld aan een fonds dat zich beperkt tot uitsluiting van fabrikanten van clusterbommen.

Check ook: Duurzaam beleggen: welke smaken zijn er?

Sinds vorig jaar moeten beleggingsfondsen aangeven hoe zij duurzaamheid meenemen in hun beleggingsproces en hier ook elk jaar een update over geven. Hier kun je dus naar kijken.

Daarnaast kun je de Sustainability Rating van fondsonderzoeker Morningstar checken, die aangeeft hoeveel risico bedrijven lopen op ESG-gebied. Dit wordt weergegeven in wereldbolletjes. Hoe meer globes, hoe lager dit risico is.

10. Zit er een goed team achter?

Natuurlijk is ook van belang aan wie je jouw geld toevertrouwt. Is dat een ervaren fondsmanager die het fonds al door een eerdere crisis heeft geloodst of staat hij pas sinds kort aan het roer? En hoe is het verloop in het team? Lijkt het een duiventil, dan kan dat leiden tot instabiliteit.

Lees ook: 5 tips van een fondsmanager die de beurs al jaren ruim verslaat

Gerelateerde Tools

Lees ook:

Pelé-index: zo presteren je voetbalaandelen

Beleggen in voetbalaandelen? Beter van niet. "Gejuich in het stadion gaa... Lees verder ›