IEXGeld

Dossiers

Profiel

Aangifte vermogensbelasting: maak deze 7 fouten niet

Wie vorig jaar meer dan €50.000 vermogen had, moet daar belasting over betalen. Vul je een te hoog bedrag in, dan spek je de staatskas onnodig. Geef je te weinig op, dan riskeer je een naheffing. We zetten zeven misverstanden voor je op een rij.

De vermogensrendementsheffing ligt al geruime tijd onder vuur. Vlak voor kerst heeft de Hoge Raad een bom laten ontploffen door te oordelen dat de heffing in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).

Lees en huiver: Met deze inflatie is de waarde van je spaarpot na 10 jaar gehalveerd

De fiscus gaat namelijk uit van een fictief rendement, in plaats van het werkelijk behaalde rendement. En dat percentage is al jaren een stuk hoger dan de spaarrente. Vorig jaar ging het om 1,90% tot 5,69%, afhankelijk van de omvang van je vermogen, terwijl de spaarrente rond de 0% schommelde.

Ondanks uitspraak Hoge Raad moet je toch aangifte doen

De Belastingdienst is de uitspraak nog aan het onderzoeken, maar meldt dat je toch aangifte moet doen. Mocht je voor een te hoog bedrag worden aangeslagen, dan trekt de fiscus dat recht in de definitieve aanslag.

Zoveel moet je betalen

Hoe zit het ook alweer? Spaargeld, beleggingen, cryptotegoeden, een vakantiehuisje en andere vormen van vermogen worden belast in box 3. Hiervoor geldt een vrijstelling van €50.000 per persoon. Over het meerdere moet je belasting betalen.

Hoeveel dat is hangt af van de omvang van je vermogen. Net als bij de inkomstenbelasting heb je te maken met belastingschijven. Hogere vermogens betalen relatief meer.

Dit moet je over 2021 betalen:

  • De eerste €50.000: vrijgesteld
  • €50.000 tot €100.000: 0,59%
  • €100.000 tot €1.000.000: 1,4%
  • Over elke euro daarboven: 1,76%.

Met een fiscaal partner mag je het heffingsvrije vermogen verdubbelen: de gezamenlijke vrijstelling is dus €100.000.

Het aangeven van je vermogen lijkt een invuloefening. Maar een fout is snel gemaakt. We zetten er zeven voor je op een rij.

Misverstand 1: vermogen niet verdelen

Heb je een fiscaal partner, dan mag je het box 3-vermogen verdelen tussen jou en je partner. Het maakt hierbij niet uit welk vermogen van wie is: je mag het geld op de aangifte verdelen op de manier die voor jullie het meest gunstig is.

Check ook: Last van de lage rente? Spaar bij de supermarkt

Door slim te schuiven, kun je behoorlijk veel belasting besparen. Op de website van de Belastingdienst vind je een voorbeeld waarbij een stel met een belast vermogen van €200.000 euro ruim €400 kan besparen door dat vermogen gelijk te verdelen in plaats van het hele vermogen aan één van beiden toe te kennen. Dat komt omdat bij een evenredige verdeling een groter deel van het vermogen in een lagere schijf valt.

Houd er wel rekening mee dat de hoogte van het vermogen ook van invloed is op bijvoorbeeld heffingskortingen, dus kijk goed wat voor jullie het handigst is.

Misverstand 2: fouten maken in opgeven crypto-opbrengsten

Handel je in bitcoin of andere cryptomunten, dan moet je de waarde van je tegoeden op 1 januari 2021 opgeven. De koersen kunnen echter verschillen tussen diverse cryptobeurzen. Om misverstanden te voorkomen moet je de koers opgeven van het omwisselplatform dat jij gebruikt.

Wie denkt cryptotegoeden buiten het zicht van de Belastingdienst te kunnen houden, heeft het mis. Het kan nog enkele jaren duren voor er Europese regelgeving is die cryptobrokers verplicht de waarde van de portefeuilles van hun klanten door te geven aan de Belastingdienst. Maar de fiscus mag tot vijf jaar terug vorderingen opleggen. Je kunt dus later alsnog tegen de lamp lopen met je aangifte over 2021.

Lees ook: Belasting ontduiken met cryptomunten? Fiscus heeft je in het vizier

Heb je ook opbrengsten van het minen van cryptomunten? Dan hoef je deze in principe niet aan te geven. De kosten voor het minen zijn namelijk vaak zo hoog, dat je er per saldo nauwelijks van profiteert. Zijn de opbrengsten echter hoger dan de kosten, dan is het een ander verhaal: je moet dan de inkomsten opgeven in box 1 als ‘inkomsten uit overige werk of winst uit onderneming’. Maar volgens de fiscus komt dit slechts zelden voor.

Misverstand 3: alle opgebouwde rente opgegeven

Je hoeft alleen de rente op te geven die daadwerkelijk op je rekening is bijgeschreven. Rente die je wel hebt opgebouwd, maar nog niet hebt ontvangen mag je dus buiten beschouwing laten.

Misverstand 4: schulden ten onrechte aftrekken

In box 3 vind je één aantrekkelijke aftrekpost: schulden. Deze mag je van je belastbare vermogen aftrekken. Denk bijvoorbeeld aan een consumptieve lening (voor bijvoorbeeld de aanschaf van een auto), roodstand bij de bank, een schenking op papier of erfbelasting die je nog niet hebt betaald, maar wel bent verschuldigd.

Helaas is niet elke schuld aftrekbaar. Zo mag je bedrijfsschulden niet in mindering brengen op je vermogen. Ook de meeste belastingschulden zijn niet aftrekbaar, behalve verschuldigde erfbelasting. Studieschulden mag je wel aftrekken, tenzij deze nog kunnen worden omgezet in een gift.

Houd er verder rekening mee dat voor schulden een drempel geldt van €3.200 (of het dubbele bij fiscaal partnerschap). Heb je maar weinig schulden, dan heb je dus pech.

Misverstand 5: spaarrekening van de kinderen niet opgeven

Hoewel minderjarige kinderen nog niet belastingplichtig zijn, moet je hun vermogen wel meenemen in de belastingaangifte en daar dus belasting over betalen.

Alleen kinderen die op 1 januari 2021 al 18 jaar waren - en dus meerderjarig - moeten hun eigen vermogen opgeven, mits dat tenminste uitkomt boven het heffingsvrije vermogen van €50.000.

Misverstand 6: verkeerde waarde van je vakantiehuisje gebruiken

Voor je spaargeld en beleggingen moet je de waarde op 1 januari 2021 opgeven. Maar voor een vakantiehuis geldt de waarde van 1 januari van het jaar vóór de aangifte: dus 2020.

Veel belastingplichtigen vergeten dat en geven voor hun tweede woning per ongeluk de waarde in 2021 op. Als de prijs van het vakantiehuis vorig jaar is gestegen - wat in deze oververhitte huizenmarkt niet denkbeeldig is - betaal je dus onnodig veel belasting.

Voor een vakantiewoning in Nederland moet je de WOZ-waarde opgeven. Staat het huisje in het buitenland, dan moet je uitgaan van de waarde in het economisch verkeer in onbewoonde staat.

Misverstand 7: andere posten vergeten

Wist je dat je geld dat je hebt uitgeleend - en dus nog tegoed hebt - ook officieel moet opgeven als vermogen in box 3? Denk bijvoorbeeld aan een schenking op papier.

Ook contant geld en cadeaubonnen moet je op het formulier vermelden, al is het de vraag hoe de Belastingdienst dit kan controleren. Hiervoor geldt wel een vrijstelling van €552 (of €1.104 met fiscaal partner).

Verder vergeten eigenaren van een koopappartement weleens om hun aandeel in het vermogen van de Vereniging van Eigenaren (VvE) op te geven.

Check ook: 12 meest gemaakte fouten in de belastingaangifte

Gerelateerde Tools

Lees ook:

Pelé-index: zo presteren je voetbalaandelen

Beleggen in voetbalaandelen? Beter van niet. "Gejuich in het stadion gaa... Lees verder ›