IEXGeld

Dossiers

Profiel

12 dure fouten in je belastingaangifte 2022

Beeld: iStock

Een foutje in de aangifte kan u duur komen te staan. Twaalf veel voorkomende misverstanden.

De belastingaangifte lijkt een invuloefening, maar een fout is snel gemaakt. We zetten er twaalf voor je op een rij.

Misverstand 1: Vermogen niet verdelen

Wie op 1 januari 2022 meer dan € 50.650 vermogen had, moet over het fictieve rendement 31% belasting betalen. Dit kan gebeuren over de werkelijke of een fictieve verdeling tussen spaargeld en beleggingen. De aangiftesoftware kiest automatisch de variant die voor jou het voordeligst uitpakt.

Had je een fiscaal partner, dan mag je het box 3-vermogen wel onderling verdelen. Door slim te schuiven en niet al het vermogen aan één van beiden toe te kennen, kun je soms honderden euro’s belasting besparen.

Misverstand 2: Verkeerde peildata gebruiken voor (vakantie)huis

Bij de aangifte voor de vermogensbelasting moet je altijd de waarde van uw spaartegoeden en beleggingen op de eerste dag van het kalenderjaar opgeven. Bij de aangifte over 2022 is dat dus 1 januari 2022.

Maar let op, voor de WOZ-waarde (voor het eigenwoningforfait) en een vakantiehuis in box 3 geldt een andere peildatum: 1 januari 2021. Aangezien de huizenprijzen vorig jaar fors zijn gestegen, schiet je jezelf behoorlijk in de voet als je de verkeerde peildatum neemt.

Misverstand 3: Cryptotegoeden niet opgeven

Ook voor cryptotegoeden moet u de waarde op 1 januari 2022 opgeven. Hierbij moet je de koers gebruiken van het omwisselplatform dat je gebruikt.

Veel cryptotegoeden blijven nu nog onder de radar van de Belastingdienst, maar dat kan op termijn veranderen. Wie verzuimt de tegoeden op te geven en tegen de lamp loopt, kan later alsnog een forse boete en naheffing verwachten. De Belastingdienst mag namelijk tot vijf jaar terug vorderingen opleggen.

Check ook: Belasting ontduiken met cryptomunten? Fiscus heeft je in het vizier

Heb je ook opbrengsten van het minen van cryptomunten? Dan hoef je deze in principe niet aan te geven. De kosten voor het minen zijn namelijk vaak zo hoog, dat je er per saldo nauwelijks van profiteert.

Zijn de opbrengsten echter hoger dan de kosten, dan is het een ander verhaal: je moet dan de inkomsten opgeven in box 1 als ‘inkomsten uit overige werk of winst uit onderneming’. Maar volgens de fiscus komt dit slechts zelden voor.

Misverstand 4: Spaargeld kinderen niet meenemen

Hoewel minderjarige kinderen nog niet belastingplichtig zijn, moet je hun vermogen wel meenemen in de belastingaangifte.

Alleen kinderen die op 1 januari 2022 al 18 jaar waren - en dus meerderjarig waren - moeten hun eigen vermogen opgeven, mits dat tenminste uitkomt boven het heffingsvrije vermogen van €50.650.

Misverstand 5: Alle opgebouwde rente opgeven

Je hoeft alleen de rente op te geven die daadwerkelijk op je rekening is bijgeschreven. Rente die je wel hebt opgebouwd, maar nog niet hebt ontvangen mag je dus buiten beschouwing laten.

Misverstand 6: Schulden ten onrechte aftrekken van je vermogen

In box 3 vind je één aantrekkelijke aftrekpost: schulden. Deze mag je van je belastbare vermogen aftrekken. Denk bijvoorbeeld aan een consumptieve lening (voor bijvoorbeeld de aanschaf van een auto), roodstand bij de bank, een schenking op papier of erfbelasting die je nog niet hebt betaald, maar wel bent verschuldigd.

Helaas is niet elke schuld aftrekbaar. Zo mag je bedrijfsschulden niet in mindering brengen op je vermogen. Ook de meeste belastingschulden zijn niet aftrekbaar, behalve verschuldigde erfbelasting. Studieschulden mag je wel aftrekken, tenzij deze nog kunnen worden omgezet in een gift.

Houd er verder rekening mee dat voor schulden een drempel geldt van €3.200 (of het dubbele bij fiscaal partnerschap). Heb je maar weinig schulden, dan heb je dus pech.

Misverstand 7: Verbouwingskosten aftrekken

Veel huiseigenaren denken dat ze de kosten voor een verbouwing, zoals de aanleg van een serre of nieuwe badkamer, mogen aftrekken. Maar dit is helaas niet het geval. Sluit u voor die verbouwing een lening af, dan is de rente hierover wèl aftrekbaar.

Misverstand 8: ... of courtage bij de aankoop van een huis

Ook makelaarscourtage, notariskosten voor de koopakte, advieskosten voor verzekeringen, overdrachtsbelasting en verzekeringspremies mag je helaas níet in mindering brengen op uw inkomen.

Misverstand 9: Studiekosten aftrekken

Studiekosten zijn niet langer aftrekbaar, omdat daar een andere regeling voor in de plaats is gekomen: het zogeheten STAP-budget.

Misverstand 10: Zorgpremie en eigen risico aftrekken

Vaak wordt gedacht dat zorgkosten een interessante aftrekpost vormen. Helaas is dit voor de meeste mensen niet het geval. Veel kostenposten zijn niet aftrekbaar. Bovendien heb je te maken met een drempel, die vrij hoog is.

Je mag alleen medische kosten aftrekken die je niet krijgt vergoed. Ga je bijvoorbeeld naar de tandarts of de fysiotherapeut en krijg je (een deel van) de kosten vergoed door je zorgverzekeraar, dan mag je die rekening niet aftrekken van je inkomen.

Ook de premie voor je zorgverzekering en het eigen risico dat in rekening is gebracht mag je helaas niet opvoeren.

Misverstand 11: ... en het bonnetje voor paracetamol, krukken of een bril

De kosten voor medicijnen zijn alleen aftrekbaar als deze door een arts zijn voorgeschreven en je hiervoor geen vergoeding van je verekeraar hebt gekregen.

Het bonnetje van de drogist voor de aanschaf van hooikoorts- en paracetamoltabletten kan helaas de prullenbak in.

Ook voor de kosten voor veel hulpmiddelen kun je helaas op weinig coulance van de Belastingdienst rekenen. Zo zijn de kosten voor de aanschaf van een bril, contactlenzen en lenzenvloeistof, en de rekening van een ooglaserbehandeling niet aftrekbaar. Alleen hulpmiddelen die je gezichtsvermogen vervangen, zoals een blindenstok, zijn aftrekbaar.

Heb je vorig jaar je been gebroken en hiervoor krukken aangeschaft? Ook dan heb je pech, want deze kosten zijn volledig voor eigen rekening. Hetzelfde geldt voor een rollator en scootmobiel.

Een gehoorapparaat en steunzolen daarentegen zijn wèl aftrekbaar. Hoe het precies zit, kun je lezen op deze website van de Belastingdienst.

Misverstand 12: Als ondernemer zakendiners aftrekken voor de omzetbelasting

Ondernemers mogen de kosten voor zakenlunches en -diners aftrekken van hun inkomen. Maar in de aangifte voor de omzetbelasting mag je de BTW over deze kosten niet aftrekken als voorbelasting.

Lees ook: Hoeveel vermogensbelasting moet ik in 2023 betalen?

Lees ook:

Zo bespaar je op streamingdiensten

Voorkom onnodige kosten. Lees verder ›