Een op de drie werkende jongeren kan niet of nauwelijks rondkomen en de helft vraagt geen hulp bij geldproblemen. Dat blijkt uit een onderzoek van SNS onder 1.400 jongeren tussen 18 en 35 jaar.
31% van de jongeren kan rondkomen, maar moet wel echt op de uitgaven letten. Nog eens 8% geeft aan de eindjes niet aan elkaar te kunnen knopen. Daar staat tegenover dat de helft van de jongeren het naar eigen zeggen gemakkelijk redt of zelfs geld over heeft.
Een kwart van de jongeren maakt zich vaak zorgen over geld
Een kwart van de jongeren maakt zich regelmatig tot vaak zorgen over geld, de helft doet dit soms. Maar aan de bel trekken blijkt een obstakel: meer dan de helft van de jongeren vraagt geen hulp bij financiële problemen.
Check ook: Hoeveel moet ik sparen voor de studie van mijn kind?
Spaardrift is er wel: 70% van de jongeren heeft een (spaar)buffer. Van deze groep kan een derde het langer dan zes maanden uitzingen mocht het vaste inkomen wegvallen. 13% houdt het een half jaar vol en 26% een aantal maanden.
Een op de vijf van hen belegt
Het spaargeld gaat steeds vaker (ook) naar beleggingen. Een op de vijf jongeren belegt en bijna een kwart zou er graag mee willen beginnen.
“De groei van beleggen is eenvoudig te verklaren”, zegt Marieke Tiesinga, strategisch adviseur Maatschappelijke Impact van SNS. “Geld betekent voor veel jongeren vrijheid en voor maar liefst 82% van de jongeren is het meer kunnen verdienen met beleggen dé reden om hiermee te starten."
... in 12% van de gevallen zonder spaarbuffer
Het baart haar wel zorgen dat van de jongeren zonder enige spaarbuffer 12% wel belegt en van de jongeren met slechts één maand vet op de botten maar liefst een kwart op de aandelenbeurs actief is.
Ze adviseert om eerst een spaarbuffer op te bouwen en pas daarna te starten met beleggen, om minder kwetsbaar te worden voor financiële tegenslagen en echt de kans te krijgen om een vermogen op tebouwen voor later.
Lees ook: Jonge beleggers nemen steeds meer risico’s