De krapte op de woningmarkt is in het tweede kwartaal verder toegenomen. Omdat kopers elkaar overbieden, is de gemiddelde verkoopprijs van een koophuis inmiddels opgelopen naar €410.000. Dat blijkt uit cijfers van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM).
De huizenprijzen zijn in het afgelopen kwartaal met gemiddeld bijna 20% gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Volgens de NVM is dat de grootste stijging sinds 1995, toen de metingen zijn gestart.
Koper heeft weinig keuze
De makelaarsorganisatie schrijft dit toe aan de toenemende schaarste van woningen en een stijgend percentage overbiedingen. Hoe dit uitpakt, is te zien in de zogeheten krapte-indicator, die weergeeft uit hoeveel woningen een huizenkoper gemiddeld kan kiezen. Wie nu een huis zoekt, heeft gemiddeld keuze uit slechts 1,4 woningen, het laagste cijfer ooit. Vorig jaar rond deze tijd waren dit er nog 2,6.
Lees ook: VEH luidt noodklok over oneerlijke praktijken makelaars
Potentiële kopers van een rijtjeshuis hebben het nóg lastiger. Daar bedraagt de krapte-indicator 1,0 en is het dus feitelijk slikken of stikken. De meeste keuze is er in vrijstaande woningen: hier bedraagt de krapte-indicator 2,3 en heb je dus gemiddeld keuze uit meer dan twee woningen.
Om je een idee te geven hoe hard het aanbod is geslonken: op het dieptepunt van de kredietcrisis begin 2013 kon je nog uit gemiddeld bijna 30 huizen kiezen. Vooral voor vrijstaande woningen was het aanbod ruim. Per woningzoekende waren er circa 57 huizen beschikbaar.
Aanbod keldert met bijna 12%
Halverwege het tweede kwartaal stonden er volgens de NVM in totaal iets minder dan 15.500 woningen te koop, het laagste aantal sinds de eerste meting in 1995 en 53% minder dan een jaar geleden. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2021 is het aanbod met bijna 12% gekelderd.
Vooral de daling van het aanbod aan vrijstaande en 2-onder-1-kapwoningen is hard gegaan: met meer dan 60% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het aanbod van appartementen is wat minder fors gekelderd: met 36%.
Minder transacties
Het lagere aanbod heeft ook zijn weerslag op het aantal woningtransacties. In het tweede kwartaal zijn ongeveer 12% minder bestaande koopwoningen verkocht dan een jaar eerder. In totaal verwisselden tussen april en juli 34.000 woningen van eigenaar.
Check ook: 6 manieren om een woning te vinden die je wél kunt betalen
Overbieden is de norm
Overbieden is inmiddels de norm geworden, want inmiddels wordt maar liefst 78% van de huizen boven de vraagprijs verkocht. In het eerste kwartaal was dat nog circa 66%; een behoorlijk verschil.
Je moet bovendien een flinke zak geld meenemen. Gemiddeld wordt een huis 8,2% boven de vraagprijs verkocht. Voor een huis van vier ton komt dat neer op ruim €30.000.
Voor tussenwoningen wordt zelfs meer dan 10% overboden. Alleen bij vrijstaande woningen is dat wat minder: gemiddeld 3,4%.
Huizen sneller verkocht
Woningen gaan bovendien als warme broodjes over de toonbank. De kans dat je je huis binnen een maand verkoopt, is gemiddeld bijna 70%. Dat het binnen drie maanden lukt is bijna zeker: een kans van 90%. Vijf jaar geleden was nog bij minder dan de helft van de woningen binnen drie maanden een nieuwe eigenaar gevonden.
Grootste prijsstijging bij vrijstaande huizen
De grootste prijsstijging zien we bij vrijstaande woningen. Daarvoor werd in het tweede kwartaal gemiddeld 23,4% meer neergeteld dan een jaar eerder. Bij twee-onder-één-kap-woningen was de procentuele toename het kleinst: 16,9%. Maar ook dit zit nog altijd ruim in de dubbele cijfers.
Hieronder vind je de prijsontwikkeling per woningtype.
Woningtype
|
Gemiddelde verkoopprijs
|
Stijging op
jaarbasis
|
Stijging op
kwartaalbasis
|
| Appartement |
€344.000 |
20,0% |
+5,4% |
| Tussenwoning |
€353.000 |
19,3% |
+7,2% |
| Hoekhuis |
€379.000 |
20,3% |
+8,0% |
| 2-onder-1-kap |
€429.000 |
16,9% |
+8,7% |
| Vrijstaand |
€618.000 |
23,4% |
+7,7% |
| Gemiddeld |
€410.000 |
19,9% |
+7,1% |
Bron: NVM
De prijs van een nieuwbouwhuis is overigens wat minder fors gestegen: met bijna 9% op jaarbasis. Voor een gemiddelde nieuwbouwwoning moet je nu €450.000 neertellen. Vorig jaar was dit nog €403.000.
Amsterdam vlakt wat af
In Den Helder/Texel, Dordrecht en Noord-Limburg stegen de prijzen het minst hard, aldus de NVM. Aan de andere kant van het spectrum staan de stad Groningen, de kop van Overijssel en oost Friesland. Hier waren prijsstijgingen te zien tot wel 30% op jaarbasis.
In Amsterdam lijken de prijsstijgingen wat af te vlakken. Gemiddeld werd hier voor een woning 14% meer neergeteld dan een jaar geleden. Dat lijkt fors, maar vergeleken met Den Haag, Rotterdam en Utrecht is het bescheiden te noemen. In de andere drie grote steden stegen de prijzen namelijk gemiddeld met ruim 20%.
Lees ook: Bieden op een huis? Pas op voor 7 dure fouten