IEXGeld

Dossiers

Profiel

Op wintersport? Zo bespaar je op de autorit

Een gemiddelde wintersportvakantie kost circa 700 euro per persoon. Een gezin is al snel zo’n 3.000 euro kwijt. Met enkele kleine kunstgrepen kun je de autorit naar en in de bergen iets goedkoper maken.

Er is niet veel voor nodig om de brandstofkosten terug te brengen. Door je rijstijl iets aan te passen, een klein beetje om te rijden als je moet tanken en de bandenspanning vooraf te controleren, kun je al heel wat euro's uitsparen. We zetten vijf tips voor je op een rij.

1. Plan je tankbeurten slim in

Het is wel zo makkelijk: de tank volgooien langs de snelweg. Maar je bent een stuk voordeliger uit als je een klein beetje omrijdt en een tankstation uitkiest dat iets verder van de snelweg af ligt. Dat scheelt al snel een tientje op een volle tank.

Ook kun je geld besparen door de tank vol te gooien in landen waar de brandstof goedkoper is. Vooral Luxemburg en Oostenrijk zijn voordelig. Tank je bijvoorbeeld onderweg in Luxemburg, dan scheelt dat bij een tank van 50 liter maar liefst 28,50 euro voor een benzine-auto en 16,50 euro voor een dieselauto.

Probeer je daarom tankbeurten slim te plannen. Ben je op weg naar je wintersportbestemming, tank dan bij voorkeur in:

  • Duitsland: hier betaal je 1,38 euro per liter benzine en 1,26 euro voor een liter diesel;
  • Luxemburg: hier ben je respectievelijk 1,20 en 1,12 euro kwijt;
  • België: daar betaal je respectievelijk 1,37 euro en 1,42 euro.

Rijd je terug naar Nederland, dan hangt het van de brandstof af waar je het best kunt tanken. Rijd je in een benzine-auto, dan is het in alle Alpenlanden voordeliger om de tank voor vertrek vol te gooien. Want dit zijn de huidige tarieven:

  • Italië 1,57 euro
  • Frankrijk: 1,50 euro
  • Zwitserland: 1,42 euro
  • Oostenrijk: 1,21 euro

Heb je een dieselauto, dan ben je in Zwitserland en Italië duurder uit dan in Nederland. Je betaalt daar respectievelijk 1,53 euro en 1,47 euro per liter. Maar in Oostenrijk (1,19 euro per liter) en Frankrijk (1,44 euro) ben je juist voordeliger uit.

2. Controleer de bandenspanning

Naar schatting 60% van de automobilisten rijdt ongemerkt op te zachte banden. Dat is zonde van het geld, want wie elke twee maanden de autobanden oppompt bespaart volgens MilieuCentraal circa 60 euro per jaar. Als je dit elke maand doet, levert dit volgens de ANWB zelfs ruim 100 euro per jaar op.

Controleer in elk geval voor je op wintersport gaat de bandenspanning. Als je auto zwaar is beladen, heb je hardere banden nodig.

Je kunt de bandenspanning het best checken als de banden nog koud zijn.

3. Rijd zuinig

Volgens MilieuCentraal kun je met een zuinige rijstijl tot wel 10% brandstof besparen. Dit scheelt de gemiddelde automobilist ongeveer 180 euro. Maak je veel kilometers, dan kan dit oplopen tot 280 euro. Daar komt nog een besparing in onderhoud bij, omdat veel auto-onderdelen minder hard slijten als je zuinig rijdt.

Om een idee te krijgen: als je 100 kilometer per uur rijdt in plaats van 130, scheelt dat ongeveer 25% brandstof. Vind je dat te langzaam, rijd dan 120 kilometer per uur. Dan bespaar je nog altijd 10%.

Check ook: Acht tips om te besparen op je skivakantie

Zuinig rijden houdt in dat je eerder dan je nu misschien gewend bent moet schakelen naar een hogere versnelling. Bij 50 kilometer per uur is het tijd voor de vierde versnelling en bij 80 kilometer per uur schakel je door naar de vijfde versnelling.

Daarnaast is het verstandig om op een zo gelijkmatig mogelijke snelheid te rijden. Voortdurend optrekken en afremmen leidt tot meer brandstofverbruik. Probeer dus zo goed mogelijk te anticiperen op files, stoplichten of gekke manoeuvres van andere automobilisten.

De cruise control is een handig hulpmiddel om een gelijkmatige snelheid te krijgen.

4. … maar niet als je door de bergen rijdt

Al die tips over het ‘nieuwe rijden’ kun je volgens de ANWB beter vergeten als je in de bergen rijdt. Als je de berg op gaat, is het verstandig om niet in een te hoge versnelling te rijden. De motor wordt dan te zwaar belast en raakt oververhit. Als je het gas intrapt, moet de auto nog makkelijk kunnen versnellen. Voel je dat dat niet meer lukt, schakel dan terug.

Rijd je de berg af, probeer dan zoveel mogelijk op de motor te remmen. Anders kunnen de remmen te warm worden en beschadigd raken. Merk je dat de auto geen vaart mindert als je de voet van het gaspedaal haalt, schakel dan terug.

Ontkom je er niet aan om te remmen, houd de rem dan niet de hele tijd ingedrukt, zodat de remmen iets kunnen afkoelen.

5. Ruiten krabben? Laat de auto niet stationair draaien

Laat jij de motor ook stationair draaien als je het ijs van de ruiten wil krabben, in de hoop dat je dan sneller klaar bent? Dat is volgens MilieuCentraal verspilde moeite, want de auto warmt helemaal niet op van een stationair draaiende motor; dit gebeurt pas als je gaat rijden.

Sterker nog, als je de motor laat draaien terwijl de olie nog niet is opgewarmd, leidt dat tot extra slijtage en dus ook extra kosten, naast het hogere brandstofverbruik.

Wat een absolute no go is: heet water op bevroren ruiten gooien, om ze versneld te laten ontdooien. Hierdoor kan de autoruit barsten en het water later alsnog opvriezen.

Lees ook: Wintersport: zo ben je goed verzekerd

Lees ook:

Zo bespaar je op streamingdiensten

Voorkom onnodige kosten. Lees verder ›