IEXGeld

Dossiers

Profiel

Dit is de vernietigende impact van inflatie op je spaargeld

Inflatie is een ware sluipmoordenaar van spaargeld. Wat merk je er concreet van? En wat kun je doen om te voorkomen dat je vermogen wegsmelt als sneeuw voor de zon?

Elke maand publiceert het CBS de ontwikkeling van de prijzen van consumentengoederen en -diensten. De meeste consumenten halen daar hun schouders over op. Ten onrechte, vindt onafhankelijk financieel planner Roger van Stuyvenberg, eigenaar van New Finance in Amsterdam. Inflatie is volgens hem een stille sluipmoordenaar.

In april kwam de inflatie uit op 2,9%. “Dit betekent simpel gezegd dat je die maand 2,9% meer geld nodig had om hetzelfde te kunnen kopen als in 2018”, zo schrijft hij in een bericht aan klanten. “Voor een spijkerbroek die vorig jaar 100 euro waard is, moet je nu dus 102,90 euro neertellen. En voor een kop koffie betaal je 6 cent meer.”

Lagere waarde van spaargeld

Maar de inflatie zorgt er ook voor dat je spaargeld minder waard wordt, zo waarschuwt hij.

Volgens het Nibud heeft een Nederlands gezin met twee kinderen, eigen huis en auto gemiddeld 27.750 euro op de spaarrekening staan. Gecorrigeerd voor inflatie, daalt de waarde van de spaarpot na een jaar per saldo met 796,45. Hetzelfde gezin ontvangt wel wat rente (0,03%), maar dat compenseert de inflatie bij lange na niet.

Lees ook: Beleggen? Focus op je doelen in plaats van de rendementen

In mei was de inflatie iets lager (2,4%), maar een spaarder die vorig jaar 27.750 euro op een spaarrekening had staan, heeft de waarde van zijn spaarpot nog altijd met 657 euro zien verdampen.

Vermogensbelasting

Heb je een groter bedrag op je spaarrekening staan, dan is het verlies nog groter; ook omdat je dan misschien vermogensrendementsheffing verschuldigd bent.

Stel dat je bijvoorbeeld 31.000 euro spaargeld hebt, dan kom je uit boven de drempel van 30.360 euro voor de vermogensbelasting en ben je 0,58% belasting verschuldigd.

Je krijgt weliswaar 9,30 euro rente, maar moet er – uitgaand van een inflatie van 2,4% - 744 euro vanaf trekken en daarnaast nog 3,71 euro vermogensbelasting. In totaal slinkt de waarde van je spaarpot dan in één jaar tijd met 747 euro.

Op langere termijn tikt dit hard aan. Als het geld uit het bovenstaande voorbeeld tien jaar op een spaarrekening staat, kijk je tegen een verlies van ruim 10.000 euro aan.

Dit zijn grote bedragen, maar dat merken we niet, aldus van Stuyvenberg. “Als je inlogt op je bankrekening, zie je hetzelfde saldo staan, terwijl je in werkelijkheid dus honderden euro’s verliest.”

Spaar je hogere bedragen, dan neemt het bedrag dat je aan vermogensbelasting moet betalen ook toe en teer je nog harder in op je spaargeld.

‘Schijnzekerheid’

Een spaarrekening betekent voor veel mensen 'zekerheid', maar dit is een schijnzekerheid, concludeert hij dan ook.
Betekent dit dat we dan maar beter niet meer moeten sparen? Dat is te kort door de bocht, vindt van Stuyvenberg. “Je moet altijd een buffer hebben voor onvoorziene uitgaven, zoals een nieuwe wasmachine of een dure reparatie van je auto als de APK tegenvalt.”

Lees ook: Zo haal je het beste rendement uit je vakantiegeld

Ook voor voorziene uitgaven op de korte termijn, zoals een vakantie, de aankoop van een huis of een kleine verbouwing, is het belangrijk om geld achter de hand te hebben.

Dit kun je beter niet beleggen, want stelt dat de beurs plotseling daalt, terwijl je dat geld net op dat moment nodig hebt, heb je een probleem.

Hiervoor ben je aangewezen op een spaarrekening of een termijndeposito. “Dat je op je spaarpot inteert, zul je moeten accepteren”, meent van Stuyvenberg. “De alternatieven zijn risicovoller.”

Bovendien blijft de schade van een slinkende spaarpot beperkt, omdat het slechts een beperkte periode op een spaarrekening blijft staan.

Beleggen voor rendement

Maar heb je naast deze onvoorziene en voorziene noodzakelijke uitgaven nog geld over, dan is sparen volgens hem geen optie, als je nog wat rendement uit je vermogen wil halen. “Vooral voor doelen die verder weg liggen, zoals je pensioen of de studie voor de kinderen over vijftien jaar, is dat noodzakelijk.” Dit geld kun je volgens Van Stuyvenberg beter beleggen.

Hier gaat het vaak mis merkt hij. “Veel mensen hebben meer op hun spaarrekening staan dan nodig is voor hun doelen op de korte termijn.”

Breng daarvoor in kaart welke uitgaven je op korte termijn wil doen en welke buffer je wil aanhouden voor tegenslagen. Dit geld stort je op een spaarrekening.

Met het restant kun je beleggen. “Hoe langer je de tijd hebt, hoe meer risico je mag nemen. Heb je je geld minimaal twaalf jaar niet nodig, dan kun je een groot deel in aandelen beleggen. Maar geld dat je eerder nodig hebt, moet je niet risicovol wegzetten.”

Financieel plan

“Maak dus een financieel plan”, zegt van Stuyvenberg. “Wanneer heb je wat nodig en waarom? Hoe belangrijk is het dat het geld er dan nog is? Mag het iets minder of meer zijn? Kun je het doel uitstellen?”

Dit geeft volgens hem inzicht en rust. “Je hebt geen zorgen voor de korte termijn door voldoende spaargeld, en je hebt kans dat in de toekomst je wensen ook financieel haalbaar zijn.”

Lees ook: Sparen of beleggen: zo maak je de juiste keuze

Gerelateerde Tools

Lees ook:

Pelé-index: zo presteren je voetbalaandelen

Beleggen in voetbalaandelen? Beter van niet. "Gejuich in het stadion gaa... Lees verder ›