Bestaande koopwoningen zijn in het tweede kwartaal gemiddeld 13% duurder geworden. In alle provincies lag de prijsstijging dik boven de 10%. Dat blijkt uit een meting van het CBS.
Voor een huis werd gemiddeld €373.384 neergeteld. Vorig jaar was dat nog €324.195. Volgens het CBS is het de grootste stijging in een kwartaal in twintig jaar.
20,8% minder huizen verkocht dan in het eerste kwartaal
Het aantal woningtransacties is wel gedaald. In totaal wisselden 52.787 woningen van eigenaar: 3,9% minder dan in dezelfde periode vorig jaar.
Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2021 is de daling nog een stuk groter: 20,8%.
Grootste prijsstijging in Flevoland
In alle provincies lag de prijsstijging ruim boven de 10%. Flevoland spant de kroon: hier stegen de prijzen met gemiddeld 16,8%. Op enige afstand volgen Zeeland (+15,9%), Friesland (+15,5%) en Drenthe (+15,3%).
Lees ook: Bieden boven de vraagprijs: dit zijn de risico's
Limburg sluit de rij, met een plus van 11,7%. Dit is ook de enige provincie waar het aantal woningverkopen nog in de lift zat: er werden in de zuidelijke provincie 5,4% meer woningen verkocht dan in het tweede kwartaal van 2020. De grootste daling van het aantal woningtransacties was te zien in Overijssel.
Rek in Amsterdam lijkt er wat uit
Van de vier grootste steden was de prijsstijging in Utrecht het grootst. Hier waren bestaande koopwoningen 14% procent duurder dan een jaar geleden. Hierna volgen Den Haag (+13,2%) en Rotterdam (+12,9%). De prijsstijging in onze hoofdstad van 7,5% steekt daar schril bij af.
Rotterdam is de enige van dit kwartet waar het aantal woningverkopen op jaarbasis is gedaald: met maar liefst 8,9%.
Ten opzichte van het eerste kwartaal van dit jaar zagen we het aantal woningverkopen wel in alle vier grootste steden fors dalen, nadat in het eerste kwartaal nog een record werd gevestigd.
Alleen meer appartementen verkocht
Voor alle woningtypen moesten huizenkopers dieper in de buidel tasten. Met uitzondering van appartementen liggen de prijsstijgingen dicht bij elkaar. Twee-onder-een-kapwoningen en vrijstaande woningen werden gemiddeld 13,5% duurder. Maar hier werden er ook aanzienlijk minder van verkocht dan een jaar geleden: respectievelijk 10,3% en 9,3%.
De gemiddelde prijsstijging bij tussenwoningen en hoekwoningen bedroeg respectievelijk 13% en 13,2%.
Alleen bij appartementen zat het aantal transacties nog in de lift: met 5,7%. De prijsstijging is hier ook het laagst: 11,4%.
Check ook: 5 tips bij het kopen van een huis