De coronacrisis is nog niet voelbaar in de huizenprijzen, maar er zijn vorige maand wel wat minder woningen verkocht. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en het Kadaster.
Bestaande koopwoningen waren in mei 7,7% duurder dan een jaar eerder. Deze prijsstijging is hoger dan in de voorgaande maanden.
De huizenprijzen zitten sinds het dieptepunt in juni 2013 in een stijgende trend. In mei 2018 waren ze voor het eerst weer hoger dan het recordniveau van augustus 2008, dat vlak voor de vorige crisis werd bereikt. Afgelopen maand bereikte de huizenprijsindex een all-time high.
Sinds het dal in juni 2013 zijn de huizenprijzen met 47,8% gestegen. Dat komt neer op een gemiddelde prijsstijging van 6,8% per jaar.
Minder transacties
Er zijn wel minder woningen verkocht. Kadaster registreerde vorige maand 18.347 transacties. Dat is 6,9% minder dan een jaar geleden. In de eerste vijf maanden van dit jaar zijn 88.780 woningen gewisseld van eigenaar: ruim 5% meer dan in dezelfde periode van 2019.
Stilte voor de storm?
Volgens de onderzoekers zijn de invloeden van de coronacrisis nog niet of nauwelijks zichtbaar in de woningmarktcijfers, omdat het verkoopproces een vrij lange doorlooptijd heeft. Ze wijzen erop dat de cijfers zijn gebaseerd op woningoverdrachten bij de notaris. De koopcontracten zijn waarschijnlijk nog grotendeels voor de uitbraak van de crisis afgesloten.
Het zou weleens stilte voor de storm kunnen zijn. Want onlangs waarschuwde De Nederlandsche Bank (DNB) ervoor dat de huizenprijzen naar verwachting in de tweede jaarhelft onder druk zullen komen te staan, door de oplopende werkloosheid, het dalende consumentenvertrouwen en de lagere inkomensgroei.
De toezichthouder gaat voor 2020 nog uit van een gemiddelde prijsstijging van 2,3%. Maar voor 2021 mikt DNB op een gemiddelde daling van de huizenprijzen met 2,1% en voor 2022 op een afname van gemiddeld 3,7%.
Lees ook: DNB: Huizenprijzen gaan dalen