De huizenmarkt leek tot nu toe immuun voor de coronacrisis. Maar daar komt verandering in, verwacht De Nederlandsche Bank (DNB).
Door de oplopende werkloosheid, het dalende consumentenvertrouwen en de lagere inkomensgroei zullen de huizenprijzen onder druk komen te staan, zo schrijft de toezichthouder in een raming die vandaag is gepubliceerd. Huishoudens hebben door de bovenstaande factoren waarschijnlijk minder animo om te verhuizen of een (hogere) hypotheek te nemen.
Daar staat volgens DNB wel tegenover dat de woningmarkt nog steeds erg krap is en dat het sentiment op de woningmarkt snel weer kan omslaan bij een gunstig verloop van de pandemie na de versoepeling van de contactbeperkende maatregelen.
'Prijsdaling 2,1% in 2021, en 3,7% in 2022'
DNB gaat voor 2020 nog uit van een gemiddelde prijsstijging van 2,3%. In de loop van de tweede helft van dit jaar zal er waarschijnlijk een omslag komen. Voor 2021 mikt DNB op een gemiddelde daling van de huizenprijzen met 2,1% en voor 2022 van 3,7%.
Deze prijsdaling is relatief bescheiden vergeleken met de klappen die de huizenmarkt opliep in de nasleep van de kredietcrisis van 2008. Toen daalden de prijzen in totaal met bijna 20%.
Check ook: Hoeveel eigen geld moet je in je nieuwe woning steken?
DNB erkent dat het lastig is om de omslag en de omvang van de prijsdaling goed in te schatten. Maar de geschiedenis wijst uit dat een eenmaal ingezette huizenprijsdaling een eigen dynamiek kan krijgen en enige tijd kan aanhouden.
Diepe crisis
DNB houdt rekening met een diepe economische crisis. Het bruto binnenlands product (bbp) zal dit jaar naar verwachting dalen met 6,4%. Dat is de grootste krimp sinds de Tweede Wereldoorlog en bijna dubbel zo'n grote daling als tijdens de kredietcrisis.
De jaren erna zal de economie waarschijnlijk langzaam weer uit het dal omhoog kruipen. DNB verwacht een bbp-groei van 2,9% in 2021 en 2,4% in 2022. De werkloosheid zal volgens de jongste ramingen oplopen naar 4,6% dit jaar en 7,3% in 2021. In 2022 zal de arbeidsmarkt weer aantrekken.
Het consumentenvertrouwen is ook flink gedaald. De vertrouwensindicator daalde van -2 in maart naar -31 in mei. Ook dat heeft natuurlijk invloed op de huizenmarkt.
Huizenmarkt tot nu toe aardig overeind
Tot nu bleef de huizenmarkt aardig overeind ondanks de lockdown. Brainbay, een dochterbedrijf van makelaarsvereniging NVM, meldde onlangs nog dat de huizenmarkt tijdens de twee maanden van de lockdown nauwelijks last heeft gehad van de coronacrisis. Medio mei lag het aantal transacties zelfs 23% hoger dan het weekgemiddelde vóór de lockdown.
Lees ook: Coronacrisis: Dit betekent het tot nu toe voor de huizenmarkt
Het aantal dagen waarbinnen een woning wordt verkocht, lag enkele weken geleden nog op 29: een stuk lager dan een jaar eerder, toen er nog gemiddeld 42 dagen overheen ging tot een nieuwe eigenaar was gevonden. De vierkante meterprijs van (verkochte) woningen is tussen half april en mei met 1,1% gestegen in vergelijking met de maand voor de lockdown. Een gemiddelde woning kost nu 333.000 euro. Dat is 7,7% hoger dan een jaar geleden.
"Het lijkt erop dat woningzoekenden nog steeds in mogelijkheden denken. Daarnaast is de rente nog steeds laag en speelt ook het seizoen een positieve rol”, gaf NVM-voorzitter Onno Hoes toen als verklaring. Maar als we DNB mogen geloven komt daar binnenkort dus verandering in.
Lees ook: Fors besparen op je hypotheek? 5 tips