IEXGeld

Dossiers

Profiel

Eindelijk een pensioenakkoord. Wat nu?

Na jaren polderen is er nu een voorlopig pensioenakkoord bereikt. Onze pensioenen worden daardoor minder gegarandeerd. Hoe kun je voorkomen dat je later elk dubbeltje moet omddraaien?

Alarmerend nieuws, eerder deze week. De Nederlandsche Bank (DNB) meldde dat drie pensioenfondsen, met 2 miljoen deelnemers, volgend jaar misschien moeten snijden in de pensioenen. Een jaar later zouden mogelijk nog eens 33 fondsen, met in totaal 7,7 miljoen deelnemers volgen.

Of dit ook gaat gebeuren is de vraag. Gisteren hebben de vakbonden, werkgevers en de regering namelijk na bijna tien jaar overleg een nieuwe pensioenakkoord op hoofdlijnen gesloten, waardoor het hele pensioenstelsel op de kop gaat.

Flexibeler pensioen

In het kort komt de deal erop neer dat de AOW-leeftijd minder hard en minder snel oploopt dan eerder was afgesproken.

Ook worden de pensioenen flexibeler. Als het fonds er goed voor staat, kunnen de uitkeringen omhoog, maar vallen de rendementen tegen, dan gaan ze omlaag. Omdat de hoogte van de uitkering niet langer wordt gegarandeerd, hoeven pensioenfondsen geen extra buffers meer aan te houden.

De hoogte van ons toekomstige pensioen wordt dus onzekerder. Maar wat betekent dit nu concreet voor jouw toekomstige pensioen? En hoe kun je voorkomen dat je later elk dubbeltje moet omdraaien, als de beleggingsresultaten van jouw pensioenfonds tegenvallen?

We zetten enkele prangende vragen over je toekomstige pensioen voor je op een rij.

Zijn de kortingen van de baan?

Of de gevreesde kortingen door het akkoord van de baan zijn, is de vraag. De pensioenuitkeringen worden weliswaar minder gegarandeerd, maar sommige fondsen staan er zo slecht voor, dat ze er misschien toch niet aan ontkomen om het mes te zetten in de pensioenen.

Mocht dat gebeuren, dan gaat je inkomen overigens niet met hetzelfde percentage omlaag als waarmee wordt gekort. Je AOW-uitkering blijft namelijk buiten schot. Bovendien hebben veel Nederlanders pensioen opgebouwd bij verschillende fondsen, waardoor de kans groot is dat je niet bij elk fonds met korting wordt geconfronteerd.

Ben je benieuwd hoe jouw fonds ervoor staat en wat de rendementen zijn? Kijk dan op de website van DNB.

Hoe kan het dat het ene fonds veel hogere rendementen behaalt dan het andere?

Wie de pensioenfondsen onder de loep neemt, ziet dat er enorme onderlinge verschillen zijn. Terwijl het ene fonds nauwelijks vet op de botten heeft, staan andere fondsen er zo goed voor, dat ze inmiddels de pensioenen volledig mogen verhogen met de inflatie (indexeren).

DNB schrijft die verschillen toe aan de gemaakte keuzes voor beleggingen en de hoogte van de premie. De fondsen die er goed voor staan, heffen veelal een hogere premie, hebben zich beter in gedekt tegen een dalende rente en beleggen minder in aandelen dan de fondsen die korting boven het hoofd hangt.

Heb ik straks te weinig pensioen?

Hoe ons pensioen er later precies uit zal zien, is nog niet bekend: het akkoord moet nog nader worden uitgewerkt. Maar duidelijk is wel dat de hoogte van je toekomstige pensioen onzekerder wordt. Vallen de rendementen mee, dan heb je geluk. Maar het muntje kan natuurlijk ook de andere kant op rollen.

Wil je voorkomen dat je later in geldproblemen raakt, dan is het verstandig om tijdig in actie te komen. Dit kan op twee manieren: door zelf een extra spaarpotje op te bouwen of door ervoor te zorgen dat je vaste lasten na je pensionering omlaag gaan.

Check ook: Heb jij een pensioengat? Let op deze alarmbellen

Optie 1: Extra sparen of beleggen

Zelf sparen of beleggen is de meest eenvoudige oplossing. Het biedt ook extra flexibiliteit, omdat je in geval van nood altijd bij je spaarpot kan. Maar heb je meer dan 30.360 euro vermmogen, dan ben je hierover wel elk jaar vermogensbelasting verschuldigd.

Aangezien sparen momenteel meer kost dan het oplevert, is beleggen het aantrekkelijkst. Hier kleven wel risico's aan: je kunt je inleg geheel of gedeeltelijk kwijtraken.

Lees ook: Sparen: hoe moet ik beginnen?

Optie 2: lijfrenteverzekering

Wil je gebruik maken van fiscale voordelen, dan kun je er ook voor kiezen om een lijfrenteverzekering af te sluiten. Je betaalt dan elke maand een premie en krijgt na je pensionering een maandelijkse uitkering.

De inleg mag je aftrekken van de inkomstenbelasting. Over de uitgekeerde bedragen betaal je later wel belasting, maar omdat je na je pensionering meestal in een lagere schijf van de inkomstenbelasting terecht komt, ben je per saldo voordeliger uit.

Optie 3: Langer doorwerken

Je kunt je inkomen ook verhogen door wat langer door te blijven werken, als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt. Besef wel dat niet iedereen hiertoe in staat is: een baangarantie is er niet. Bovendien kan je gezondheid zo sterk achteruit gaan, dat doorwerken geen optie is.

Optie 4: Extra aflossen op de hypotheek

Heb je wat spaargeld achter de hand, dan kun je er ook voor kiezen om daarmee een deel van je hypotheek af te lossen. Hierdoor dalen je woonlasten. Dat komt later goed van pas, als je inkomen daalt en de hypotheekrente niet meer aftrekbaar is.

Bedenk wel dat geld dat in stenen zit er niet zomaar meer uitgehaald kan worden, dus doe dat alleen met geld dat je echt kunt missen en zorg ervoor dat je altijd beschikt over een buffer voor eventuele tegenslagen. Houd ook rekening met een eventuele boeterente.

Optie 5: Verhuizen naar een goedkopere woning

Je kunt je woonlasten ook verlagen door te verhuizen naar een goedkopere woning. Als je je oude woning met winst verkoopt, heb je bovendien nog wat extra spaargeld. Je kunt ook verhuizen naar een huurwoning, maar dan bouw je geen vermogen meer op met je woning.

Lees ook: Je huis inzetten voor je pensioen? Dit zijn de 6 opties

Gerelateerde Tools

Lees ook:

Trump versus Harris: maakt het uit voor beleggers?

Wie trekt aan het langste eind? En maakt de uitslag eigenlijk uit voor b... Lees verder ›