Mooie percentages en perfecte rendementen prijken geregeld op de advertenties van beleggingsfondsen. Maar hoe reëel zijn ze? Morningstar zette een aantal punten op een rij, waarmee je het rendement kunt beoordelen. Wij lichten er vijf uit (en toe).
Lees ook: Van super-actief tot super-passief: dit zijn de keuzes die je kunt maken
1. Worden de kosten er wel afgetrokken?
De mooie rendementen die je in advertenties van beleggingsfondsen terugziet zijn vaak bruto rendementen. Daar moeten de kosten nog van af. Een actief beheerd beleggingsfonds rekent fors hogere kosten dan een passief fonds en dat eet aan het nettorendement dat je krijgt.
Laten we zeggen dat je 100.000 euro belegt bij een fonds en dat fonds behaalt een bruto rendement van 6%. Dat is een mooi bedrag van 6000 euro, maar daar moeten de kosten voor het fonds en de kosten voor het aankopen en verkopen van beleggingen, de transactiekosten, nog van af. Gemiddeld zijn die kosten 2,5%, dus dan kom je op een nettorendement van 3,5%. In plaats van 6000 euro verdien je dan 3500 euro, toch een aardig verschil.
Lees ook: Ga je beleggen, let dan op de kosten
2. Zet het in perspectief
Een rendement van 10% klinkt natuurlijk fantastisch, maar als een bekende index 15% is gestegen tijdens dezelfde periode dan klinkt die 10% een stuk minder mooi. Het is daarom belangrijk om rendementen altijd te vergelijken met iets soortgelijks.
Als je bijvoorbeeld naar een actief fonds kijkt dat belegt in grote Amerikaanse bedrijven, is het belangrijk dat je de prestaties van dat fonds vergelijkt met beleggingsproduct dat ook in grote Amerikaanse bedrijven belegt. Dat fonds zou je dan bijvoorbeeld kunnen vergelijken met een ETF waarmee je in deze bedrijven kunt beleggen. Het is wel belangrijk dat deze ETF het dividend, het plukje winst dat sommige bedrijven uitkeren aan aandeelhouders, herinvesteert in de ETF, want dividend maakt een groot deel uit van het rendement.
Lees ook: Wat is een ETF eigenlijk?
3. Kijk naar de lange termijn
De beste beleggingsfondsen hebben wel eens een mindere periode en de slechtste fondsen maken wel eens een klapper. Het heeft daarom geen zin om een fonds te beoordelen op drie maanden of één jaar. Kijk naar de prestaties over drie, vijf en tien jaar. Voor je eigen portemonnee is het ook belangrijk om een lange horizon te hebben met beleggen. Dan kun je namelijk echt je geld laten renderen.
Hier maakten wij al eens een berekening van wat je kunt verdienen als je tien jaar lang gaat beleggen en aan het begin van die tien jaar 100.000 euro inlegt. Met een gemiddeld rendement van 7,86% per jaar is die 100.000 euro na tien jaar 213.000 euro geworden.
Check ook: Ga beleggen. Op lange termijn verdien je er altijd aan.
4. Was het geluk?
Waren de mooie rendementen toevalstreffers van de fondsbeheerder of kan hij of zij met zijn of haar strategie dat kunstje nog een paar keer flikken? Hanteert het fonds nu nog steeds dezelfde strategie als destijds of gooien ze het nu over een hele andere boeg? Werken er nog steeds dezelfde mensen of is er een heel nieuw team aangesteld? Allemaal vragen die je moet stellen als je het rendement van het fonds en het fonds zelf beoordeelt.
5. Geen rendement zonder risico
Dat moeten beleggers goed in hun oren knopen. Beleggen zonder veel risico kan in obligaties van gezonde landen, zoals Nederland. Maar het rendement daarop is dan ook een stuk minder.
Lees ook: Meer rendement = meer risico. Altijd.
Wil je meer rendement? Dan kan je bijvoorbeeld in aandelen beleggen. Maar na vele jaren met een mooi rendement kan er opeens een aandelencorrectie aan komen. Houd dat ook in je achterhoofd als je naar rendement van een fonds kijkt.
Zelf aan de slag als belegger? Hier begin je!