Een spaarrekening levert bijna niks op, dus als je geld over hebt kun je het maar beter beleggen. Dan loop je wat risico, maar je hebt ook uitzicht op rendement. Steeds meer Nederlandse huishoudens lijken tot die conclusie te komen. Zij beleggen volgens onderzoek van TNS Nipo meer voor hun oude dag. Goed idee. Maar de vraag is natuurlijk wel: waar beleg je in?
Eerst de cijfers. Waarin belegt het Nederlandse huishouden, volgens dat onderzoek?
- 80% van de Nederlandse huishoudens houdt spaargeld aan
- 77% belegt in beleggingsfondsen
- 67% belegt in individuele, Nederlandse, aandelen
- 26% belegt in individuele buitenlandse aandelen
Van alle mogelijke manieren om te beleggen blijkt het beleggingsfonds nog steeds het populairst. Dat is verklaarbaar, want met fondsen kun je in één klap in heel veel aandelen beleggen, die door een deskundige fondsbeheerder zijn uitgezocht en worden beheerd. Je voorkomt daarmee dat je net in dat ene aandeel belegt dat door een boekhoudschandaal of smeergeldaffaire wordt kapotgemaakt.
Kiezen uit grofweg 20.000 namen
Maar het kiezen van het juiste beleggingsfonds is zo makkelijk nog niet. Want op basis waarvan kies je een paar fondsen uit grofweg 20.000 namen? Het meest voor de hand liggend is het goede rendement dat een fonds in het verleden behaalt heeft. Helaas is dat geen garantie voor de toekomst.
De tweede voor de hand liggende optie is een kwaliteitscreening van bijvoorbeeld Morningstar, dat geldt als de onafhankelijke en toonaangevende onderzoeker van fondsen. Zij delen ratings (kwaliteitsoordeel) en sterren (vergelijkbaar met Michelin-sterren) uit aan fondsen en doen dat op basis van meer dan alleen rendementen uit het verleden.
Dat klinkt best goed. Maar werkt het ook echt? Nou, nee.
Vanguard, een van de allergrootste vermogensbeheerders ter wereld, deed onderzoek naar fondsen op basis van het aantal sterren dat Morningstar toebedeelt. Wat blijkt? De fondsen met de sterren (vijf of vier) blijken in de jaren daarna het meeste geld van beleggers aan te trekken, maar ook het slechtste rendement te behalen.
Precies het omgekeerde geldt voor fondsen met het kleinste aantal sterren (een of twee). Die trokken nauwelijks nieuw geld aan, maar behaalden daarna wel het beste resultaat van alle fondsen.
Die cijfers komen overeen met onderzoek van het Amerikaanse tijdschrift Barron's dat laat zien dat met elke extra Morningstar-ster het rendement van een fonds lager blijkt uit te vallen.
Stel dat je een beleggingsfonds wilt dat wereldwijd in aandelen belegt? Hoe selecteer je dan wél het juiste beleggingsfonds? Een kort stappenplan:
Vaak zijn die lijstjes op basis van 1 of maximaal 3 jaar. Wie verder terugkijkt ziet dat de fondsen die het ene moment bovenaan staan het andere moment onderaan kunnen bungelen. De reden is dat die fondsen meer risico nemen. Zit het mee staan ze bovenaan, zit het tegen sluiten ze de rij. Beter is het fondsen te zoeken die minder extreem presteren, maar per saldo bovengemiddeld presteren. Mik niet op de Winnaar du Jour, maar op constante performers.
Belangrijker dan het rendement over een bepaalde periode is om te kijken hoe een fonds het deed in de slechtste beursperiode van, zeg, de afgelopen tien jaar. Belangrijker dan rendement maken als de koersen stijgen, is om niet te veel te verliezen als het slechter gaat op de beurs. Dus zoek fondsen die verliezen bij tegenwind weten te beperken.
Het belangrijkste is niet te snel verkopen nadat je een fonds geselecteerd hebt. Van ruilen komt huilen. Want als je het tegenvallende fonds inruilt – het is net als met levenspartners – doe je dat vaak voor een hip, jong ding met veel sterren. En je weet nu hoe het daarmee afloopt.
Beginnen met beleggen? Klik hier!
Volgende keer verder gaan?
Sla je voortgang op en onthoud waar je gebleven bent.
Maak een gratis account aan Ben je al lid? Log in