Een gemiddelde koopwoning in ons land werd afgelopen jaar bijna 19% duurder. Daarmee laat Nederland in de EU slechts vier landen voor zich. Bij onze zuider- en oosterburen stegen de huizenprijzen aanzienlijk minder hard.
De huizenprijsindex, waarin de verkoopprijzen van zowel nieuwbouwhuizen als bestaande koopwoningen zijn verwerkt, is in het vierde kwartaal met 18,7% gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Dat blijkt uit cijfers van het CBS, het Kadaster en Eurostat.
Vooral bestaande koopwoningen werden een stuk duurder: 19,6%. Voor nieuwbouwwoningen werd gemiddeld 13,5% meer betaald dan een jaar eerder.
Nederland is koploper binnen de EU
Dat is een stuk meer dan in de meeste andere Europese landen. In de hele Europese Unie stegen de huizenprijzen met gemiddeld 10%. Er zijn slechts vier landen waar de prijzen nóg forser in de lift zaten. Tsjechië spant de kroon, met een toename van 25,8%. Hierna volgen Estland (20,4%), Litouwen (19,8%) en Hongarije (19,5%).
In onze buurlanden stegen de huizenprijzen aanzienlijk minder hard. In Duitsland moest voor een gemiddelde koopwoning 12,2% meer worden betaald dan een jaar eerder. En in België slechts 6,1% meer.
Cyprus enige land met prijsdaling
Er was slechts één Europees land waar de huizenprijzen daalden: Cyprus. Hier werd een woning op jaarbasis gemiddeld 5,3% goedkoper.
Woningverkopen namen af
Er werden in het vierde kwartaal wel beduidend minder woningen verkocht dan een jaar eerder. De pijn zat vooral bij bestaande koopwoningen, waar het aantal transacties met 21% terugliep. Bij nieuwbouwwoningen bedroeg de afname 10,8%.
Lees ook: ABN Amro: huizenprijzen lopen dit jaar met nog eens 12,5% op