Er zijn in oktober bijna 27% minder huizen verkocht dan een jaar eerder, maar de huizenprijzen gaan nog steeds door het dak. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en het Kadaster.
Bestaande koopwoningen waren in oktober 18,3% duurder dan een jaar eerder, zo wijst de meting uit. Dat is fractioneel lager dan de prijsstijging van 18,5% in september.
Koophuis in twaalf maanden €58.743 duurder geworden
Voor een gemiddelde koopwoning werd €408.987 neergeteld: €58.743 meer dan vorig jaar.
Check ook: 5 tips bij het kopen van een huis
De huizenprijzen zitten inmiddels al ruim acht jaar jaar in de lift. Afgelopen maand bereikte de huizenprijsindex het hoogste niveau ooit. Sinds het dieptepunt in juni 2013 zijn de huizenprijzen met maar liefst 82% opgelopen.
27% minder huizen verkocht
Er werden wel veel minder woningen verkocht. Volgens het Kadaster verwisselden vorige maand 16.191 huizen van eigenaar. Dat is bijna 27% minder dan een jaar eerder.
De daling kan voor een groot deel worden toegeschreven aan het lagere aanbod van woningen. Daarnaast is de vraag naar woningen groot, mede door de lage rente.
Vrijstelling overdrachtsbelasting voor starters
Over de eerste tien maanden van dit jaar registreerde het Kadaster 189.480 woningtransacties: bijna 1% minder dan in dezelfde periode van 2020.
Dat deze daling lager is, komt mogelijk door de afschaffing van de overdrachtsbelasting van starters tot 31 jaar vanaf 1 januari dit jaar. Mogelijk hebben veel jonge potentiële huizenkopers hun verhuisplannen vorig jaar in de ijskast gezet tot de jaarwisseling.
Lees ook: Starters in de knel: meer dan de helft ontevreden over woonsituatie