IEXGeld

Dossiers

Profiel

Toen en nu: winstgarantie op kapitaalpolissen

Regelmatig kom ik in mijn praktijk 'oude' kapitaalpolissen tegen. Deze kapitaalpolissen werden vaak gesloten in de pensioen- en lijfrentesfeer. Vaak staat er op het polisblad dat er sprake is van een winstgarantie. Hoe is winstgarantie vroeger ontstaan en hoe zit dat tegenwoordig precies?

Kapitaalverzekering

In de jaren zeventig kenden levensverzekeraars geen winstdeling. Je betaalde premie, de meeste verzekeraars hielden rekening met 4% rekenrente en je ontving een gegarandeerd verzekerd kapitaal op de einddatum (of bij eerder overlijden voor de einddatum). Vandaar de naam kapitaalverzekering.

Kenmerkend voor die tijd was de hoge rente. Zo hebben we in die jaren zelfs een hypotheekrente gekend van circa 13% en een inflatie van 8-9%.

Verzekeraars maakten dus op een heel eenvoudige manier heel veel winst op deze levensverzekeringen. De ontvangen premies werden belegd in Nederlandse (en Duitse) staatsobligaties. Verzekeraars ontvingen van deze zeer goede debiteur gegarandeerd 10-12%. Hiervan behoefden ze maar 4% te vergoeden aan de polishouders.

Lees ook: Belasting betalen over je lijfrentekapitaal? Er is een regel afgeschaft.

Systeem voor winstdeling

Door de druk van consumentenorganisaties konden ze dat niet volhouden en werd er in de jaren tachtig een winstdelingssysteem geïntroduceerd.

De ene verzekeraar deelde winst op basis van het bedrijfsresultaat (zoals Nationale Nederlanden), maar bij de meeste verzekeraars was dit afhankelijk van het staatsleningenrendement (SL-rendement). Vanaf dat moment gaven verzekeraars ook een prognose van de te verwachten winst op de polis.

Check ook: Je hoeft je lijfrentekapitaal niet meer op te maken om recht te hebben op bijstand

Winstgarantie

Maar het gat tussen een rekenrente van 4% en het rendement op staatsleningen was nog steeds heel groot. Vanuit de markt ontstond de roep: waarom garanderen de verzekeraars niet een gedeelte van hun hele hoge prognoses? Dit werd de winstgarantie.

In de praktijk betekende dit dat er in feite 1% extra rendement werd gegarandeerd boven de rekenrente van 4%. Om deze extra garantie werd in het verleden nogal lacherig gedaan, immers een verzekeraar beloofde 12%, maar garandeerde maar 5% (4+1%).

Vaak gold de winstgarantie onder voorwaarden. Bijvoorbeeld het stoppen van premiebetaling of premieverlaging hield vaak in dat de winstgarantie geheel of gedeeltelijk kwam te vervallen.

Lees ook: Van gegarandeerd pensioenkapitaal naar pensioenbeleggen

Omgekeerde marksituatie

Anno 2016 zitten we in een omgekeerde marktsituatie met een heel lage rente. Slechts enkele verzekeraars durven voor nieuwe contracten nog een rekenrente van 1,5% te hanteren, maar dan houdt het echt wel op.

Van de winstdeling is niet heel veel terecht gekomen, maar de winstgarantie staat nog wel op je polis. En daar zit een verzekeraar toch wel mee in haar maag. Want dit kost een verzekeraar op dit moment veel geld.

Conform de polisvoorwaarden kan er dus nog meer winst komen dan de winstgarantie, maar dat is door de lage rentestand slechts in theorie. Dus is het nu heel belangrijk om de in de jaren tachtig ogenschijnlijke lage garantie anno 2016 te koesteren.

En dit betekent inderdaad: betaal de premie tot einddatum door, om de winstgarantie te halen. Met de gelukzalige gedachte dat het in theorie meer kan worden.


Eerdere columns van Ron Klaver:

Gerelateerde Tools

Lees ook:

Beleggen in obligaties voor beginners

Wat is een obligatie en is het verstandig om erin te beleggen? IEX-redac... Lees verder ›