Tot en met 30 april kun je je aangifte inkomstenbelasting over belastingjaar 2016 regelen. Dat gaat natuurlijk het beste als je de regels en handigheidjes kent. Dit zijn er drie!
Lees ook: Gebruik deze aftrekposten bij je belastingaangifte
1. Doe altijd aangifte (ook als dat eigenlijk niet hoeft!)
Als je een relatief laag inkomen hebt hoef je misschien geen belasting (bij) te betalen. Het is slim om dan tóch het hele aangifteprogramma te doorlopen en aangifte te doen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je dusdanig veel ziektekosten hebt gemaakt, dat je alsnog geld terug kunt krijgen.
2. Geef je schulden op
In box 3 moet je je vermogen (sparen en beleggen) opgeven. Over het deel van je vermogen dat boven de vrijstelling van 24.437 euro uitkomt betaal je 1,2% vermogensbelasting (regels tot en met 2016).
Het is goed om te weten dat je je schulden in mindering mag brengen op je vermogen. Je vermogen wordt dan lager en dus betaal je minder belasting. Er geldt wel een drempel van 3.000 euro aan schulden. Hier lees je welke schulden je in mindering mag brengen.
Check ook: De erfbelasting als aftrekbare schuld in box 3
3. Het hele jaar fiscale partners
Heb je een deel van het belastingjaar een fiscale partner gehad? Jullie kunnen ervoor kiezen om wel voor het hele jaar als fiscale partners te worden aangemerkt.
Fiscale partners mogen gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten verdelen. In het aangifteprogramma van de Belastingdienst kun je zien welke verdeling het gunstigst voor jullie is.
Drempelbedragen voor aftrekposten en (maximale) vrijstellingen hangen af van het inkomen van jullie samen. Zo is het heffingsvrije vermogen in box 3 voor fiscale partners 48.874 euro (24.437 euro zonder fiscale partner - over het belastingjaar 2016).
Lees ook: Dit zijn de voor- en nadelen van fiscaal partnerschap