De krapte op de woningmarkt zorgt ervoor dat starters steeds meer in de verdrukking komen. Er staan er steeds minder huizen te koop, waardoor de gemiddelde huizenprijs snel stijgt. Hierdoor wordt het steeds moeilijker voor starters om een geschikte woning te vinden.
Dat schrijft Kadasterdata, die de gemiddelde lening van kopers vergeleek. Daaruit bleek dat kopers die in 2017 hun eerste huis kochten gemiddeld 205.000 euro leenden, een stijging van 6,5% in vergelijking met 2016.
Vooral in de grote steden is de stijging ten opzichte van een jaar geleden groot. De sterkste groei is zichtbaar in Utrecht (16,6%), op de voet gevolgd door Den Haag met een stijging van 14,9%.
Amsterdam spant echter de kroon met een gemiddeld hypotheekbedrag van 331.331 euro, schrijft Kadasterdata. Van de grote steden is Rotterdam nog relatief goedkoop.
Kwart minder huizen
Ook makelaarsvereniging NVM signaleert een daling in het aantal verkochte woningen. Afgelopen kwartaal zijn voor het eerst sinds de crisis 6% minder woningen verkocht. Waar in 2012 nog ruim 175.000 huizen te koop stonden, zijn dit er nu nog maar 60.000.
Dit maakt het de starters erg moeilijk, omdat de daling vooral te vinden is in het laaggeprijsde segment: woningen van minder dan 200.000 euro. Doordat er zo weinig mogelijkheden zijn voor starters, kiezen zij er steeds meer voor om de koop uit te stellen en in een dure huurwoning te blijven wonen.
Een oplossing voor dit probleem is niet snel te vinden. De prijzen blijven omhoog gaan, het afgelopen jaar met meer dan 9%. Meer nieuwbouw zou verlichting kunnen brengen, maar dit is niet iets dat in korte tijd gerealiseerd kan worden.
Waar heb je dan nog wel een kans? In Gelderland, Friesland, Zeeland en bovenin Noord-Holland staan nog wel woningen te koop in het lagere segment.