IEXGeld

Dossiers

Profiel

Deze zorgkosten zijn fiscaal aftrekbaar

Sommige zorgkosten die je in het afgelopen jaar hebt gemaakt, mag je aftrekken van je aangifte. Bij je belastingaangifte kun je deze kosten opgeven onder het kopje Uitgaven. Maar je moet wel aan enkele voorwaarden voldoen om dit te mogen doen.

Om te beginnen mag je alleen kosten aftrekken die je in het afgelopen jaar hebt gemaakt in verband met ziekte of invaliditeit. Je mag daarbij alleen het deel van de kosten aftrekken waarvoor je geen vergoeding krijgt van bijvoorbeeld de (aanvullende) zorgverzekering of de bijzondere bijstand.

De kosten die je hebt gemaakt in verband met ziekte, vind je vaak terug op de polis van je ziektekostenverzekering of op je rekeningafschriften. Voor andere ziektekosten moet je de bonnetjes goed bewaren.

Lees ook: Je belastingaangifte regelen: vier tips

Aftrekbare kosten 2015

De Belastingdienst stelt voor ieder jaar vast welke kosten precies aftrekbaar, deels aftrekbaar of niet aftrekbaar zijn. Kosten van een rollator zijn bijvoorbeeld niet aftrekbaar, maar kosten die je maakt voor fysiotherapie wel. De meest voorkomende zorgkosten vind je in dit overzicht.

De Belastingdienst heeft ten opzichte van 2014 enkele veranderingen doorgevoerd. Zo kun je kosten die je in 2015 hebt gemaakt voor geestelijke gezondheidszorg en dyslexiezorg voor personen jonger dan achttien jaar niet meer als aftrekpost opgeven. Ook kosten voor een combinatietest in het kader van prenatale screening (indien er geen sprake is van medische indicatie) zijn niet meer aftrekbaar.

Andere kosten op het gebied van genees- of heelkundige hulp kun je in veel gevallen wel aftrekken. Denk aan kosten van verpleging in een ziekenhuis of andere instellingen, kosten van huisarts, tandarts of fysiotherapeut en kosten van behandelingen op voorschrift van een arts.

Het kan ook zijn dat je een behandeling van een paramedicus hebt gehad zonder dat dit op doorverwijzing van een arts gebeurde. De kosten zijn dan alleen aftrekbaar als het om één van de volgende paramedici gaat:

  • fysiotherapeut
  • diëtist
  • ergotherapeut
  • logopedist
  • oefentherapeut
  • orthoptist
  • podotherapeut
  • mondhygiënist
  • huidtherapeut

Let op: het kan zijn dat de Belastingdienst een verklaring wil zien, waaruit het medische karakter van de behandeling blijkt.

Medicatie: alleen op voorschrift

Heb je medicatie gebruikt? Je mag de kosten die je ervoor hebt gemaakt alleen aftrekken als de medicatie door een arts is voorgeschreven. Dit kunnen ook homeopathische medicijnen zijn, maar geen producten ter voorkoming van een ziekte. Kosten van zelf aangeschafte medicatie kun je dus niet aftrekken.

Aanpassingen niet altijd aftrekbaar

Kosten van aanpassingen op medisch voorschrift aan je woning, woonwagen of woonboot zijn niet aftrekbaar, maar andere aanpassingen aan bijvoorbeeld je fiets, auto of pc zijn dit nog wel. Maar ook hier zijn er voorwaarden van toepassing:

  • De aanpassingen zijn speciaal voor je ziekte of handicap gedaan.
  • De zaken die zijn aangepast worden voornamelijk door zieke of invalide personen gebruikt.

Vervoerskosten zijn aftrekbaar

Ritjes naar een specialist kunnen aardig wat geld kosten. Gelukkig mag je veel vervoerskosten aftrekken. Als je vervoerskosten naar een arts of ziekenhuis wilt aftrekken, dan zijn de werkelijke uitgaven per kilometer aftrekbaar.

Ook aftrekbaar zijn uitgaven voor ambulancevervoer en extra vervoerskosten door ziekte en invaliditeit (let op: je mag deze laatstgenoemde kosten alleen aftrekken als je aannemelijk kunt maken dat je dit vervoer nodig hebt).

Ook reiskosten die je maakt omdat je bij een ander op ziekenbezoek gaat kun je soms aftrekken. Maar je moet bij het begin van de ziekte wel een huishouden hebben gehouden met de zieke en je moet hem of haar in het jaar regelmatig hebben bezocht. Daarnaast moet de reisafstand tussen je woning en de plek waar de zieke wordt verpleegd meer dan tien kilometer zijn.

Afschrijving van hulpmiddelen

De kosten voor bepaalde hulpmiddelen mag je eveneens aftrekken. Denk hierbij aan voorzieningen of apparaten die enkel door zieke of invalide personen worden gebruikt, zoals een prothese, hoortoestel (onder bepaalde voorwaarden) of steunzolen. Ook kosten voor een blindenstok of blindengeleidehond vallen hieronder, maar hulpmiddelen ter ondersteuning van het gezichtsvermogen als een bril of lenzen dan weer niet.

Overigens kun je niet alleen de aanschafkosten terugkrijgen, ook kosten voor het onderhoud, repareren of verzekeren van de hulpmiddelen zijn aftrekbaar.

Soms mag je een hulpmiddel niet in één keer aftrekken, maar moet je het afschrijven. Dan verdeel je de aanschafkosten over een aantal jaar en trek je ieder jaar een deel van de kosten af in je aangifte. Afschrijven doe je als het hulpmiddel na gebruik nog marktwaarde heeft - dus als andere mensen het na gebruik nog kunnen gebruiken en kopen.

Je kunt het jaarlijkse afschrijvingsbedrag berekenen door de volgende som te maken: trek van de aanschafkosten de restwaarde af (de restwaarde is de waarde die het hulpmiddel waarschijnlijk zal hebben op het moment dat je het zelf niet meer gebruikt. Meestal is de restwaarde 10% van de aanschafkosten). Dit bedrag deel je door de gebruiksduur (meestal vijf jaar).

Voor iemand anders de zorgkosten aftrekken

Gemaakte zorgkosten kun je voor jezelf en voor je fiscale partner (je man of vrouw) aftrekken, maar ook voor je kinderen - jonger dan 27 jaar - die niet in staat zijn de kosten zelf te betalen.

Zijn er nog andere personen binnen je huishouden, van wie jij de ziektekosten hebt betaald omdat ze zelf niet in staat waren dit te doen? Dan mag je de kosten in de volgende twee situaties aftrekken:

  • Als het gaat om ernstig gehandicapte personen van 27 jaar en ouder, met wie je in gezinsverband woont (iemand is ernstig gehandicapt wanneer hij of zij aanspraak kan maken op opname in een AWBZ-instellingen).

  • Als het gaat om ouders, broers of zussen die bij jou in huis wonen, en afhankelijk zijn van je zorg (iemand is afhankelijk van jouw zorg als hij of zij beroepsmatige hulp of verzorging in een verzorgings- of verpleeghuis nodig heeft).

Lees ook: Dossier Belastingaangifte 2016

De verhoging van specifieke zorgkosten

Soms mag je meer aftrekken dan je daadwerkelijk hebt betaald voor zorgkosten. Dit is het geval als jouw drempelinkomen niet hoger is dan 33.857 euro. Het drempelinkomen is het totaal van je inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3, maar zonder de persoonsgebonden aftrek. Als je in het hele afgelopen jaar een fiscale partner hebt, dan ga je uit van het drempelinkomen van jezelf en die van je fiscale partner samen.

  • Je mag het bedrag met 113% verhogen als je aan het begin van 2014 de AOW-leeftijd had bereikt (of ouder bent). Dit mag ook als je eventuele fiscale partner deze leeftijd nog niet heeft bereikt.

  • Je mag het bedrag met 40% verhogen als jij en je eventuele fiscale partner de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt.

Het aangifteprogramma van de Belastingdienst verhoogt je specifieke zorgkosten automatisch. Dat hoef je dus niet zelf te berekenen. Let wel op: eventuele uitgaven voor genees- en heelkundige hulp en de reiskosten voor ziekenbezoek tellen niet mee.

Check de drempel

In principe rekent het aangifteprogramma van de Belastingdienst ook voor je uit wat je aftrekbare bedrag precies zal zijn. Maar die berekening kun je zelf ook alvast maken.

Dit doe je dan door het totaalbedrag van je specifieke zorgkosten te berekenen en het eventueel te vermeerderen met de verhoging specifieke zorgkosten. Daarna verminder je het totaalbedrag met het drempelbedrag. Het bedrag dat overblijft mag je aftrekken.

Dus: je mag alleen het deel van de uitgaven aftrekken dat boven die drempel uitkomt. De hoogte van je drempelbedrag hangt af van je drempelinkomen. Het maakt ook uit of je wel of geen fiscale partner had.

Drempelbedrag berekenen: je had geen fiscale partner

Als je niet het hele jaar een fiscale partner hebt gehad, bereken je alleen de aftrekbare specifieke zorgkosten waar je zelf recht op hebt (dit doe je óók als je een deel van het jaar een fiscale partner hebt gehad, maar er niet voor hebt gekozen het hele jaar fiscale partners te zijn, terwijl dit wel kon). Maak bij de berekening van je drempelbedrag gebruik van de volgende tabel (deze is specifiek voor 2015):

Drempelinkomen meer dan Drempelinkomen niet meer dan Drempel
n.v.t. €7.525 €127
€7.525 €39.975 1,65% van het drempelinkomen
€39.975 n.v.t. €659 + 5,75% van het bedrag boven €39.975

Drempelbedrag berekenen: je had een fiscale partner

Als je wél het hele jaar een fiscale partner hebt gehad, tel je de specifieke zorgkosten van jezelf én die van je fiscale partner bij elkaar op. Ook het drempelinkomen van jullie allebei doe je bij elkaar. Dit doe je ook wanneer je slechts een deel van het jaar een fiscale partner had en ervoor kiest het hele jaar fiscale partners te zijn. Maak bij je berekening gebruik van de volgende tabel (2015):

Gezamenlijk drempelinkomen meer dan Gezamenlijk drempelinkomen niet meer dan Drempel
n.v.t. €15.050 €254
€15.050 €39.975 1,65% van het drempelinkomen
€39.975 n.v.t. €659 + 5,75% van het bedrag boven €39.975

Lees ook: Gebruik deze aftrekposten bij je belastingaangifte

Lees ook:

Zo bespaar je op streamingdiensten

Voorkom onnodige kosten. Lees verder ›