Als je een filmliefhebber bent of graag investeert in culturele projecten, dan kun je overwegen om te beleggen in een film. Hoe werkt dat precies en kan het iets voor jou zijn?
Vaak worden investeringsprojecten voor films op twee manieren aangeboden. De eerste manier is om te beleggen in een film-cv, een commanditaire vennootschap waarin je met meerdere beleggers buiten de beurs om geld inlegt om een film gefinancierd te krijgen.
De film-cv bestaat al een tijdje en is eigenlijk ontstaan uit de wens van beleggers om in creatieve projecten te investeren én fiscaal voordelig te beleggen.
Stakingsaftrek
In de begintijd werden filmbeleggingen vooral om die laatste reden gebruikt. Beleggers konden het geïnvesteerde bedrag het eerste jaar volledig aftrekken van de inkomstenbelasting, hetgeen vooral interessant was voor vermogende particulieren die in het hoogste belastingtarief van 52% zaten.
Zat je in een lagere schaal, dan had je minder profijt van de aftrekpost en viel je rendement ook lager uit. Ook vanwege besparingen op vermogensbelasting en filmopbrengsten die voor een deel belastingvrij waren, kon je als belegger al bijna tweederde van je inleg terugkrijgen via de Belastingdienst. De rest van je rendement moest komen uit opbrengsten uit bijvoorbeeld de verkoop van bioscoopkaartjes of royalty’s.
Uiteindelijk bleek voor beleggers het maken van een film niet eens zo belangrijk en waren vooral fiscale voordelen reden om te beleggen in films. Daar stak de Belastingdienst in 2007 een stokje voor.
Daarna kwamen filmmakers met een aangepaste film-cv, de versie zoals die nu wordt aangeboden. Minder belastingvoordelen, maar evengoed fiscaal interessant voor met name vermogende particulieren in de hoogste schaal. Zo is er de stakingsaftrek, een vergoeding als de film niet wordt afgemaakt. Deze kun je een keer in je leven gebruiken.
Verschil in opzet cv
Film-cv’s verschillen onderling vooral in de opzet van de financieringsstructuur. Bij het ene fonds loopt een belegger slechts beperkt risico bij een bezoekersaantal van 50.000, terwijl dit aantal voor een ander filmfonds beduidend hoger ligt. In dit laatste geval zitten er veel partijen tussen die een deel van de koek willen.
Denk aan bioscoopexploitanten als Pathé, die soms 65% van de filmopbrengsten ontvangen, of grote producenten die als preferente financier optreden. Nova Zembla kon bijvoorbeeld op veel bezoekers rekenen, maar omdat Eyeworks zelf ook investeerde zagen participanten niet de hoge rendementen terug die andere films zonder preferente financiers wel konden bieden.
Kijk als filmbelegger dus goed naar de bezoekersopbouw en de bijbehorende rendementsscenario’s om erachter te komen bij hoeveel bezoekers je een aantrekkelijk rendement kunt verwachten.
Crowdfunding
De tweede manier om te beleggen in films is via crowdfunding. Steeds vaker kiezen filmmakers ervoor om een crowdfundingproject te starten om hun film gefinancierd te krijgen. De professionaliteit van de filmmakers loopt uiteen. Het is van belang dat je de filmmakers onder de loep neemt, voordat je investeert. Hebben ze al eerder films gemaakt en waren dat successen?
Plus: spelen er bekende acteurs in de film? Acteurs kunnen een film maken of breken. De website Cinecrowd is volledig ingericht op het financieren van films via de crowd. Op Symbid vind je af en toe ook filmprojecten, mogelijk eerder van gerenommeerde filmmakers dan je op Cinecrowd vindt. Zo werden eerder films als het Bombardement met Jan Smit en De Surprise met Jeroen van Koningsbrugge en Georgina Verbaan gefinancierd via het platform.
Daarnaast verschilt het nog wel eens welke beloningen er tegenover je investering staan. Als je investeert in een project via Cinecrowd, dan krijg je in veel gevallen bijvoorbeeld (afhankelijk van het bedrag dat je inlegt) kaartjes voor de première van de film of wordt je naam vermeld in de aftiteling van de film.
Certificaten van aandelen
Bij Symbid krijg je naast deze extra’s het bezit over certificaten van aandelen. Bij een bepaald aantal bioscoopbezoeken krijg je dan een bepaald percentage over je investering terug.
Waar de film-cv zich zoals vermeld eerder richt op de wat vermogende particulieren, is crowdfunding iets toegankelijker. Je kunt met wat lagere bedragen investeren en de filmprojecten zijn iets gemakkelijker van opzet dan een commanditaire vennootschap.
Houd er rekening mee hoe je rendement is opgebouwd, welke tussenpartijen bij het project betrokken zijn en of de filmproducenten al eerder films hebben gemaakt. En wellicht het belangrijkste: denk je dat de film een succes wordt?