IEXGeld

Dossiers

Profiel

Deze zorgkosten zijn fiscaal aftrekbaar

Heb je in 2014 zorgkosten gemaakt? Lees dan vooral verder!

Die kosten zijn namelijk misschien wel (deels) aftrekbaar van je inkomen. Dan hoef je dankzij deze specifieke zorgkosten minder inkomstenbelasting te betalen.

Zorgkosten aftrekken: de voorwaarden

Voordat je aan de slag gaat: houd rekening met de voorwaarden. De Belastingdienst heeft de volgende formuleerd:

  • Je mag alleen kosten aftrekken die je hebt gemaakt in verband met ziekte of invaliditeit.

  • Je mag alleen kosten aftrekken in het jaar waarin je die kosten hebt gemaakt.

  • Je mag alleen het deel van de kosten aftrekken waarvoor je geen vergoeding kunt krijgen van - bijvoorbeeld - je zorgverzekering, je werkgever of de bijzondere bijstand.

Aftrekbare kosten 2014

Je mag dus alleen kosten aftrekken die je hebt gemaakt in verband met ziekte of invaliditeit. Maar let op: dit betekent niet dat je álle kosten die je daardoor hebt gemaakt mag aftrekken.

De Belastingdienst stelt namelijk voor ieder jaar vast welke kosten precies aftrekbaar, deels aftrekbaar of niet aftrekbaar zijn. Kosten van een rollator zijn bijvoorbeeld niet aftrekbaar, maar kosten die je maakt voor fysiotherapie wel.

De meestvoorkomende zorgkosten vind je in dit overzicht. Hieronder staan we stil bij een aantal ervan.

Kosten van geneeskundige hulp

De kosten die je hebt gemaakt voor genees- of heelkundige hulp mag je in de meeste gevallen aftrekken. Denk aan kosten van verpleging in een ziekenhuis of andere instellingen, kosten van huisarts, tandarts of fysiotherapeut en kosten van behandelingen op voorschrift van een arts.

Het kan ook zijn dat je een behandeling van een paramedicus hebt gehad zonder dat dit op doorverwijzing van een arts gebeurde. De kosten zijn dan alleen aftrekbaar als het om één van de volgende paramedici gaat:

  • fysiotherapeut
  • diëtist
  • ergotherapeut
  • logopedist
  • oefentherapeut
  • orthoptist
  • podotherapeut
  • mondhygiënist
  • huidtherapeut

Let op: het kan zijn dat de Belastingdienst een verklaring wil zien, waaruit het medische karakter van de behandeling blijkt.

Medicatie: alleen op voorschrift

Heb je medicatie gebruikt? Je mag de kosten die je ervoor hebt gemaakt alleen aftrekken als de medicatie door een arts is voorgeschreven. Kosten van zelf aangeschafte medicatie kun je dus niet aftrekken.

Aanpassingen: niet altijd aftrekbaar

Sinds 2014 zijn kosten van aanpassingen op medisch voorschrift aan (huur)woning, woonwagen en woonboot niet meer aftrekbaar.

Andere aanpassingen - bijvoorbeeld aan je auto, fiets of computer - zijn dit nog wel, maar alleen onder de volgende voorwaarden:

  • De aanpassingen zijn speciaal voor je ziekte of handicap gedaan.
  • De zaken die zijn aangepast worden voornamelijk door zieke of invalide personen gebruikt.

Vervoerskosten zijn aftrekbaar

Ritjes naar een specialist kunnen aardig wat geld kosten. Gelukkig mag je veel vervoerskosten aftrekken.

  • Als je vervoerskosten naar een arts of ziekenhuis wilt aftrekken, dan zijn de werkelijke uitgaven per kilometer aftrekbaar.

  • Ook aftrekbaar zijn uitgaven voor ambulancevervoer en extra vervoerskosten door ziekte en invaliditeit (let op: je mag deze laatstgenoemde kosten alleen aftrekken als je aannemelijk kunt maken dat je dit vervoer nodig hebt).

Ook kosten die je maakt omdat je bij een ander op ziekenbezoek gaat kun je soms aftrekken.

Aftrekbare hulpmiddelen

Sinds 2013 zijn een rollator en krukken niet meer aftrekbaar. Dat geldt ook voor een looprek, loophulp met drie of vier poten en een gipssteun.

Wel zijn er nog andere hulpmiddelen die je (deels) als aftrekpost kunt gebruiken, te weten:

Afschrijving scootmobiel en rolstoel niet meer aftrekbaar

Vorig jaar, bij je aangifte over 2013, kon je een scootmobiel en rolstoel nog opvoeren als aftrekpost. Maar voor mensen die in 2014 een nieuw exemplaar hebben aangeschaft geldt dit niet meer.

Als je vóór 2014 de afschrijving van een scootmobiel of rolstoel aftrok, dan mag je dat nog wel blijven doen. Je mag dit blijven doen tot de afschrijving is afgelopen. Over afschrijving lees je hieronder meer.

Denk aan de afschrijving van hulpmiddelen

Soms mag je een (gebruiks)voorwerp niet in één keer aftrekken. In plaats daarvan moet je het afschrijven: dan verdeel je de aanschafkosten over een aantal jaar en trek je ieder jaar een deel van de kosten af in je aangifte. Bij sommige hulpmiddelen moet dit ook.

Hulpmiddelen die op maat zijn gemaakt, zoals steunzolen en kunstgebitten, hoef je meestal niet af te schrijven. Het zit 'm in het feit dat deze door een ander niet meer te gebruiken zijn. Je mag de aanschafkosten dan in één keer aftrekken, ook als het om grote bedragen gaat.

Afschrijven doe je als het hulpmiddel na gebruik nog marktwaarde heeft - dus als andere mensen het na gebruik nog kunnen gebruiken en kopen.

Je kunt het jaarlijkse afschrijvingsbedrag berekenen door de volgende som te maken: trek van de aanschafkosten de restwaarde af (de restwaarde is de waarde die het hulpmiddel waarschijnlijk zal hebben op het moment dat je het zelf niet meer gebruikt. Meestal is de restwaarde 10% van de aanschafkosten). Dit bedrag deel je door de gebruiksduur (meestal vijf jaar).

Voor anderen gemaakte kosten aftrekken

Gemaakte zorgkosten kun je voor jezelf en voor je fiscale partner aftrekken, maar ook voor je kinderen - jonger dan 27 jaar - die niet in staat zijn de kosten zelf te betalen.

Zijn er nog andere personen binnen je huishouden, van wie jij de ziektekosten hebt betaald omdat ze zelf niet in staat waren dit te doen? Dan mag je de kosten in de volgende twee situaties aftrekken:

  • als het gaat om ernstig gehandicapte personen van 27 jaar en ouder, met wie je in gezinsverband woont (iemand is ernstig gehandicapt wanneer hij of zij aanspraak kan maken op opname in een AWBZ-instellingen).

  • als het gaat om ouders, broers of zussen die bij jou in huis wonen, en afhankelijk zijn van je zorg (iemand is afhankelijk van jouw zorg als hij of zij beroepsmatige hulp of verzorging in een verzorgings- of verpleeghuis nodig heeft).

De verhoging specifieke zorgkosten

Als jouw of jullie gezamenlijke drempelinkomen in 2014 niet hoger was dan 33.555 euro, dan mag je je bedrag aan specifieke zorgkosten verhogen.

  • Je mag het bedrag met 113% verhogen als je aan het begin van 2014 de AOW-leeftijd had bereikt (of ouder bent). Dit mag ook als je eventuele fiscale partner deze leeftijd nog niet heeft bereikt.

  • Je mag het bedrag met 40% verhogen als jij en je eventuele fiscale partner de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt.

Het aangifteprogramma van de Belastingdienst verhoogt je specifieke zorgkosten automatisch. Dat hoef je dus niet zelf te berekenen. Let wel op: eventuele uitgaven voor genees- en heelkundige hulp en de reiskosten voor ziekenbezoek tellen niet mee.

Tot slot: check de drempel

In principe rekent het aangifteprogamma van de Belastingdienst voor je uit wat je aftrekbare bedrag precies zal zijn. Maar die berekening kun je zelf ook alvast maken.

Dit doe je dan door het totaalbedrag van je specifieke zorgkosten te berekenen en het eventueel te vermeerderen met de verhoging specifieke zorgkosten. Daarna verminder je het totaalbedrag met het drempelbedrag. Het bedrag dat overblijft mag je aftrekken.

Dus: je mag alleen het deel van de uitgaven aftrekken dat boven die drempel uitkomt. De hoogte van je drempelbedrag hangt af van je drempelinkomen. Het maakt ook uit of je wel of geen fiscale partner had.

Drempelbedrag berekenen: je had geen fiscale partner

Als je niet het hele jaar een fiscale partner hebt gehad, bereken je alleen de aftrekbare specifieke zorgkosten waar je zelf recht op hebt. Dit doe je óók als je een deel van het jaar een fiscale partner hebt gehad, maar er niet voor hebt gekozen het hele jaar fiscale partners te zijn.

Maak bij de berekening van je drempelbedrag gebruik de volgende tabel (deze is specifiek voor 2014):

Drempelinkomen meer dan Drempelinkomen niet meer dan Drempel
n.v.t. €7.457 €125
€7.457 €39.618 1,65% van het drempelinkomen
€39.618 n.v.t. €653 + 5,75% van het bedrag boven €39.618

Drempelbedrag berekenen: je had een fiscale partner

Als je het hele jaar wél een fiscale partner hebt gehad, tel je de specifieke zorgkosten van jezelf én die van je fiscale partner bij elkaar op. Ook het drempelinkomen van jullie allebei doe je bij elkaar. Dit doe je ook doen wanneer je slechts een deel van het jaar een fiscale partner had en ervoor kiest het hele jaar fiscale partners te zijn.

Maak bij je berekening gebruik van de volgende tabel (2014):

Gezamenlijk drempelinkomen meer dan Gezamenlijk drempelinkomen niet meer dan Drempel
n.v.t. €14.914 €250
€14.914 €39.618 1,65% van het drempelinkomen
€39.618 n.v.t. €653 + 5,75% van het bedrag boven €39.618

Lees ook: Dossier Belastingaangifte 2015

Volgende keer verder gaan?

Sla je voortgang op en onthoud waar je gebleven bent.

Maak een gratis account aan Ben je al lid? Log in

Lees ook:

Zo bespaar je op streamingdiensten

Voorkom onnodige kosten. Lees verder ›