IEXGeld

Dossiers

Profiel

Box 3-belasting gaat in 2023 nog verder omhoog voor beleggers

Beeld: iStock

Het fictieve rendement op beleggingen waar je vermogensbelasting over moet betalen gaat komend jaar verder omhoog, naar 6,17%. Vooral voor defensieve beleggers is dat zuur. Denk bijvoorbeeld aan beleggers in staatsobligaties.

Spaargeld, beleggingen, cryptotegoeden, een vakantiehuisje en andere vormen van vermogen worden belast in Box 3 van de inkomstenbelasting. Hiervoor geldt een vrijstelling. Over elke euro daarboven moet je belasting betalen.

Voor de berekening van dit bedrag hanteerde de Belastingdienst tot twee jaar geleden een vaste, fictieve verdeling tussen spaargeld en beleggingen. Hoe hoger je vermogen was, hoe meer belasting je moest betalen. Het uitgangspunt hierbij is dat mensen met een hoger vermogen naar verhouding meer beleggen dan mensen met een lager vermogen, en over die beleggingen doorgaans een hoger rendement behalen.

Dit systeem gaat op de schop. Vanaf 2026 zal er voortaan belasting worden geheven over het werkelijke rendement dat je op je vermogen hebt behaald.

Fictief rendement

In de tussenliggende jaren geldt er een tijdelijke regeling, waarbij de fiscus kijkt naar de werkelijke (dus geen fictieve) verdeling van je vermogen over drie categorieën:

  • spaargeld
  • beleggingen en
  • eventuele schulden.

Maar, anders dan in 2026, zal nog wel worden gerekend met een fictief rendement, dat voor elke categorie anders is.

Belasting gaat fors omhoog

Beleggers gaan in 2023 veel meer vermogensbelasting betalen. Ten eerste gaat het algemene belastingtarief in Box 3 tot en met 2025 jaarlijks met 1 procentpunt omhoog, waardoor beleggers in 2023 over hun fictieve winst circa 32% belasting betalen. Dat was in 2020 nog 30%.

Daarnaast gaat het fictieve rendement over beleggingen fors omhoog. In 2020 was dat nog 5,28%. In 2022 is dat gestegen naar 5,53% en in 2023 komt het voorlopige tarief uit op 6,17%.

Kleine beleggers: hogere vrijstelling, maar ook hoger fictief rendement

Kleine beleggers worden door die veranderingen nog harder geraakt, aangezien de overheid er eerder nog van uitging dat zij ook spaarden, en dus een lager rendement behaalden.

Daar staat wel tegenover dat kleine beleggers profiteren van een hogere vrijstelling. Deze was in 2020 nog €30.846, dit jaar is dat €50.560 en in 2023 stijgt dat door naar €57.000.

Check ook: Inflatie is bijna 12%: 10 tips om meer geld over te houden

Hieronder zie je de verschillen tussen de oude Box 3 in 2020 en het nieuwe stelsel voor 2023.

Schijf 2020    Vermogen uit sparen en beleggen Percentage 0,07%   Percentage
5,28%     
0 Eerste €30.846 Vrijstelling  Vrijstelling
1 Boven vrijstelling, €1 t/m €72.797 67% 33%
2 €72.798 t/m €1.005.572 21% 79%
3 €1.005.573 en meer 0% 100%

 

Schijf 2023    Vermogen uit sparen en beleggen         Percentage 6,17%                   
0 Eerste €57.000 Vrijstelling 
1 Meer dan €57.000 100%

Vijf scenario's

Om in kaart te brengen wat dit nu concreet betekent voor beleggers, heeft analist Niels Koerts op de beleggingswebsite IEX.nl vijf verschillende scenario's doorgerekend: van een belegger met een vermogen van €50.000, €100.000, €250.000, een miljonair en een miljardair.

1. Belegger met een vermogen van €50.000

Een belegger die in 2020 €50.000 op een beleggingsrekening had staan betaalde hierover destijds effectief €102,82 aan belasting. Dit is omgerekend 0,21% van het totale vermogen.

2023 wordt een beter jaar, want omdat het hele vermogen onder de vrijstelling van €57.000 valt, is over dit vermogen geen belasting verschuldigd aan de fiscus.


2. Belegger met een vermogen van €100.000

Een belegger met een ton aan beleggingen betaalde hierover in 2020 effectief €371,21 aan belasting. Dit is omgerekend 0,37% van het vermogen.

In 2023 moet hij over €43.000 belasting betalen. Hierbij gaat de Belastingdienst uit van een fictief rendement van 6,17%, dus bedraagt het belastbaar inkomen €2.653. Daar betaalt hij vervolgens 32% belasting over, waardoor die belegger €848,96 moet betalen.

Deze belegger is in 2023 dus aanmerkelijk slechter uit dan in 2020: hij betaalt maar liefst 129% meer, al merkt Koerts wel op dat de effectieve belasting over het totale vermogen nog wel te overzien is: 0,85%.

3. Belegger met een vermogen van €250.000

Deze belegger moest in 2020 €2.229 overmaken naar het rekeningnummer van de belastingdienst: 0,9% van het vermogen.

In 2023 wordt dat €3.811. Dat is omgerekend 1,5% van het totale vermogen. Deze belegger gaat 71% meer betalen dan in 2020.

4. Belegger met een vermogen van €1 miljoen

Wie op 1 januari 2020 een miljoen euro aan beleggingen had, betaalde hier destijds €11.662 belasting over: 1,2% van het vermogen. Dit stijgt in 2023 door naar €18.619: 1,9% van het totale vermogen.

Ook de miljonair doet een stap terug, maar procentueel wat minder sterk (60%) dan mensen met een lager vermogen.


5. Miljardair

Een miljardair die zijn beleggingen keurig in Nederland had gestald, moest in 2020 effectief €15.835.448 aan belasting betalen: 1,6% van het vermogen.

Dit stijgt in 2023 door naar €19.742.875: omgerekend 2,0% van het totale vermogen. Dat is 25% meer dan in 2020.

De grootste klappen vallen bij de middelgrote vermogens

Zoals je kunt zien komen vermogens onder de €70.000 er gunstig van af: zij profiteren van de hogere belastingvrijstelling. Beleggers met een middelgroot vermogen worden procentueel het harst geraakt.

Lees ook: Buffer nodig? 7 tips om het geld bij elkaar te krijgen

Ook miljonairs en miljardairs gaan meer belasting betalen, maar de procentuele stijging is minder groot dan bij beleggers met een lager vermogen.

... en in het bijzonder bij obligatiebeleggers

De druiven zijn het meest zuur voor defensieve beleggers, zoals beleggers in degelijke staatsobligaties. Op schatkistpapier valt momenteel nauwelijks winst te behalen, maar de Belastingdienst gaat ervan uit dat je hierover een jaarlijks rendement van maar liefst 6,17% behaalt. Obligatiebeleggers betalen dus meer belasting dan zij aan rendement behalen en gaan er dus netto op achteruit.

Wat kan ik doen?

De grote vraag is wat je hieraan kunt doen. Beleg je veel, dan kan de verleiding groot zijn om voor de jaarwisseling een groot deel van je beleggingportefeuille te verkopen en de opbrengst tijdelijk op een spaarrekening te parkeren, zodat je minder vermogensbelasting hoeft te betalen. Op een later moment koop je de stukken dan weer terug.

Maar hier kleven wel nadelen en risico's aan. Je betaalt, afhankelijk van je broker, mogelijk dubbele transactiekosten als je eerst een aandelenpakket verkoopt en op een later moment weer aankoopt. Ook loop je het risico op een zeer ongunstig moment uit te stappen. Daarnaast is er een grote kans dat de fiscus deze stap niet accepteert, omdat het overduidelijk is bedoeld om onder vermogensbelasting uit te komen.

Maar beleg je in bijvoorbeeld Nederlandse of Duitse staatsobligaties met een lage rente, dan kan het verstandiger zijn om dit wèl te verhuizen naar een spaarrekening. Dit levert ook nauwelijks wat op, maar je betaalt dan in ieder geval geen belasting over een rendement dat je niet haalt.

Lees ook: 10 geldzaken die je nog vóór 2023 moet regelen

Lees ook:

Zo bespaar je op streamingdiensten

Voorkom onnodige kosten. Lees verder ›