IEXGeld

Dossiers

Profiel

Een buffer voor tegenslagen: hoeveel heb ik nodig?

Zes op de tien Nederlanders verwacht door de stijgende energieprijzen moeilijker rond te kunnen komen. Een buffer voor tegenslagen wordt zo belangrijker dan ooit. Maar hoeveel heb je nodig? En hoe bouw je zo'n potje onvoorzien op?

De gemiddelde variabele prijs voor elektriciteit is in een jaar tijd met meer dan 500% gestegen, zo meldde prijsvergelijker PriceWise onlangs. Ook de prijzen van andere goederen en diensten zitten in de lift, zoals vlees, groenten, fruit en benzine. Hierdoor is de inflatie inmiddels toegenomen tot bijna 6% op jaarbasis.

Lees ook: Zo hard daalt de waarde van je spaargeld op dit moment

Dit hakt er natuurlijk behoorlijk in. 60% van de Nederlanders verwacht door de stijgende energieprijzen moeilijker rond te kunnen komen, zo blijkt uit een enquête onder 1.014 Nederlanders in opdracht van platform Wijzer in geldzaken.

Dit maakt het extra belangrijk om een buffer aan te leggen. Want als je moeite hebt om de eindjes aan elkaar te knopen, kan een zuchtje tegenwind je meteen in problemen brengen. Een goed gevulde spaarpot kan je wat bescherming geven als het even tegenzit.

Maar juist daaraan schort het bij veel Nederlanders, zo heeft eerder onderzoek van hetzelfde Wijzer in geldzaken uitgewezen: maar liefst een op de drie Nederlanders heeft te weinig spaargeld om onverwachte uitgaven van €2.000 te kunnen doen. Een onvoorziene belastingaanslag of een kapotte auto kan in die situatie dus tot acute geldproblemen leiden.

Hoe kun je zorgen voor meer vet op de botten? Daar gaan we in een tweeluik op in. In dit eerste deel besteden we aandacht aan de hoogte van de buffer.

Potje 1: buffer voor tegenslagen

Eigenlijk zijn er drie verschillende zaken om voor te sparen. Ten eerste heb je een buffer nodig om onverwachte tegenvallers te kunnen opvangen zonder dat je hiervoor geld hoeft te lenen. Denk bijvoorbeeld aan kapotte spullen in huis die moeten worden vervangen, onderhoud van je woning, reparaties van je auto of onverwachte rekeningen.

Hoe hoog die buffer moet zijn hangt natuurlijk af van je persoonlijke situatie. Zit je in een huurhuis, dan hoef je minder geld opzij te leggen dan wanneer je eigenaar bent van een jaren-dertig-woning die veel onderhoud nodig heeft. En kun je als autobezitter eigenlijk ook prima uit de voeten met de fiets en het OV, dan is een extra spaarpotje om die auto te vervangen als je hem total loss rijdt misschien niet nodig.

Lees ook: Nibud: Beleg niet zonder buffer

Om je een indicatie te geven, heeft het Nibud een handige tool ontwikkeld: de Bufferberekenaar. Hiermee kun je uitrekenen hoe groot jouw buffer in jouw situatie moet zijn.

Van de uitkomst zul je misschien schrikken. Een alleenstaande zonder kinderen, zonder auto en met een huurwoning heeft volgens het Nibud al minimaal €5.100 nodig. Staat er een tweedehands auto op de oprit, dan moet dit bedrag worden verhoogd tot maar liefst €9.750. En heb je daarnaast ook nog kinderen en een koophuis, dan zit je al snel op een bedrag van vijf cijfers.

Om de buffer hierna op peil te houden adviseert het Nibud om elke maand circa 10% van je netto-inkomen te sparen.

Potje 2: buffer voor een plotselinge daling van je inkomen

Naast dit potje onvoorzien is het ook verstandig om geld achter de hand te hebben voor onvoorziene calamiteiten, zoals werkloosheid of een echtscheiding. Probeer ervoor te zorgen dat je in elk geval vier tot zes maanden aan uitgaven aan spaargeld achter de hand hebt.

Hoeveel dit precies moet zijn, hangt eveneens af van jouw persoonlijke situatie. Met een hoog uitgavenpatroon moet dit meer zijn dan wanneer je vrij zuinig leeft, tenzij je eenvoudig in de kosten kan snijden als dat nodig is. Tweeverdieners in loondienst op hun beurt kunnen vaak met een wat lagere buffer toe dan een alleenstaande zzp-er, omdat er een extra inkomen is om op terug te vallen.

Gelukkig is het niet altijd nodig om dit volledige bedrag te sparen. Je kunt je ook met verzekeringen indekken tegen calamiteiten. Denk bijvoorbeeld aan een broodfonds waarmee zzp'ers zich op een relatief voordelige manier kunnen verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Of een overlijdensrisicoverzekering, die de klap opvangt als je partner overlijdt.

Lees ook: Verplichte AOV-verzekering? Broodfonds is voordelig alternatief

Potje 3: je financiële doelen voor de langere termijn

Tot slot zijn er grote kostenposten in de toekomst waarvoor je extra geld nodig hebt. Dit zijn geen tegenslagen, maar wel belangrijke doelen om geld voor opzij te zetten.

Wil je bijvoorbeeld een huis kopen, dan mag je alleen de woningwaarde lenen. Alle extra kosten, zoals notariskosten, overdrachtsbelasting en de inrichting van je huis, moet zelf op tafel leggen. Dit gaat al snel om zo'n 4 tot 6% van de woningwaarde. Betaal je meer dan het huis volgens de taxatie waard is, dan moet je het verschil uit eigen zak betalen. Zorg er dus voor dat je een flink bedrag op je spaarrekening hebt staan voor je naar een koophuis op zoek gaat.

Komen er kinderen, dan loopt de teller nog verder op. Kinderopvang, leermiddelen, verjaardagen, kleding, een mobiele telefoon en contributies voor de sportclub nemen een flinke hap uit het gezinsbudget. Vaak staan daar ook nog eens lagere inkomsten tegenover omdat veel ouders na de komst van een kind part time gaan werken.

En is je zoon of dochter wat ouder, dan wil je misschien ook graag bijspringen voor zijn of haar studie. Als alles meezit, komt de studiefinanciering binnenkort weer terug. Maar dat bedrag is waarschijnlijk te laag om alle kosten van te betalen.

De volgende hobbel is je pensioen. De hoogte van onze oudedagvoorziening is steeds minder gegarandeerd, terwijl de zorgkosten oplopen. Bovendien hebben veel mensen een zogeheten pensioengat omdat ze bijvoorbeeld parttime hebben gewerkt of veel tijdelijke contracten hebben gehad.

Lees ook: Beleggen voor mijn pensioen: hoeveel heb ik later nodig?

Voor al deze situaties is het handig om spaargeld achter de hand te houden. Daarnaast kun je nog extra wensen hebben, zoals een wereldreis of eerder stoppen met werken.

Maak een overzicht van je spaardoelen en reken uit hoeveel geld je daarvoor nodig hebt, en wanneer dat bedrag op je rekening moet staan. Je kunt dan terugrekenen hoeveel je maandelijks opzij moet leggen. Dit bedrag hangt voor een groot deel af van de manier waarop je je vermogen wil opbouwen. Met beleggen gaat dit doorgaans aanzienlijk sneller dan met sparen, maar je loopt wel meer risico.

Hierover lees je meer in het volgende deel.

Check ook: Rijk worden? Zo maak je komend jaar een goed begin

Gerelateerde Tools

Lees ook:

Pelé-index: zo presteren je voetbalaandelen

Beleggen in voetbalaandelen? Beter van niet. "Gejuich in het stadion gaa... Lees verder ›