Een gemiddelde koopwoning was in november 20,1% duurder dan een jaar geleden, maar op maandbasis zijn de prijzen wel wat gedaald. Dat blijkt uit een meting van het CBS en het Kadaster.
Voor een huis werd gemiddeld €403.941 betaald. Dat is €59.724 meer dan een jaar geleden.
Ten opzichte van oktober daalde de gemiddelde huizenprijs wel licht, met 1,2%.
Huizenprijzen sinds het jaar 2000 2,5 keer over de kop gegaan
De prijsstijging van ruim 20% op jaarbasis is even groot als het vorige record van februari 2000. Destijds was de gemiddelde verkoopprijs bijna €160.000. Dat betekent dat de huizenprijzen in bijna 22 jaar ruim 2,5 keer over de kop zijn gegaan.
Check ook: Overwaarde verzilveren? Zo doe je dat
De huizenprijzen zitten inmiddels al ruim acht jaar jaar in de lift. Sinds het dieptepunt in juni 2013 zijn de prijzen met maar liefst 86% opgelopen.
Minder woningen verkocht
Er zijn wel beduidend minder woningen verkocht dan een jaar eerder. Het Kadaster registreerde in november 16.048 woningtransacties. Dat is 13% minder dan een jaar eerder.
De daling kan voor een groot deel worden toegeschreven aan het lagere aanbod van woningen. Daarnaast is de vraag naar woningen groot, mede door de lage rente.
Over de eerste elf maanden van dit jaar registreerde het Kadaster 205.528 woningtransacties: bijna 2% minder dan in dezelfde periode van 2020.
Wijziging overdrachtsbelasting
Dat deze daling lager is dan de afname op jaarbasis, komt mogelijk door de afschaffing van de overdrachtsbelasting van starters tot 31 jaar vanaf 1 januari dit jaar. Mogelijk hebben veel jonge potentiële huizenkopers hun verhuisplannen vorig jaar in de ijskast gezet tot de jaarwisseling.
Check ook: 5 tips bij het kopen van een huis