Beleggen is makkelijk. Succesvol beleggen is echter een stuk moeilijker. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de meeste kleine beleggers elk jaar geld verliezen. Om dat tegen te gaan heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een checklist opgesteld.
Als je deze aandachtspunten van de AFM in je oren knoopt dan maak je waarschijnlijk een stuk minder beleggingsfouten en neemt de kans op een positief rendement toe.
1. Hoe lang kun je je geld missen?
Beleggen doe je voor de lange termijn. Wil je over twee jaar een keuken kopen en hoop je voor die tijd een slag te slaan op de beurs? Niet slim, zegt de AFM. Je moet denken in termijnen van vijf jaar en als je over twee jaar een keuken wilt kopen kun je dat geld beter op een spaarrekening zetten.
Lees ook: Beleggen is niet hetzelfde als sparen
2. Wat weet je over beleggen?
Het zijn niet zomaar beslissingen die je neemt. Het gaat om je spaargeld, waar je waarschijnlijk hard voor gewerkt hebt. Daarom moet je jezelf afvragen of je genoeg kennis hebt om zelf beleggingen te selecteren of dat je misschien meer informatie moet verzamelen.
De AFM heeft de financiële kennistest. Daarmee kun je bepalen hoeveel je van beleggen en financiële zaken af weet.
3. Hoeveel risico wil je lopen?
Zelfs de beste beleggers ter wereld verliezen soms geld met beleggen. Het is dus niet zonder risico. Het kan altijd minder goed gaan dan gepland.
Bepaal hoeveel risico je wilt lopen en kijk aan de hand daarvan of je bijvoorbeeld alleen in veilige aandelen en obligaties wilt zitten of misschien wat risicovollere beleggingen wilt kopen met de kans op meer winst maar ook meer verlies.
Bekijk ook: Meer rendement = meer risico. Altijd.
4. Met welk doel beleg je?
Beleg je omdat je het leuk vindt en doe je het met geld dat je niet direct nodig hebt? Dat is prima en als je een specifiek doel hebt, bedenk dan welk bedrag je wilt opbouwen met beleggen.
Denk bijvoorbeeld aan het opbouwen van je pensioen of een spaarpot voor de studie van je kinderen. Hoe duidelijker je het doel stelt, hoe groter de kans dat je dat doel ook daadwerkelijk bereikt.
5. Spreid je je risico's?
Verschillende beleggingscategorieën bewegen niet synchroon naar boven of naar beneden. Als je aandelen fors dalen, kunnen vastgoed of obligaties die je hebt het nog wel goed doen. Vandaar dat het handig is om je geld te spreiden in verschillende beleggingscategorieën.
Check ook: De kans dat je in superaandelen belegt is kleiner dan je denkt
6. Snap je waarin je belegt?
Voordat je je spaargeld in iets belegt, is het van belang dat je snapt waarin je dat doet. Doe zelf onderzoek op internet of win informatie in bij een adviseur voordat je de stap zet.
Helemaal als je belegt in moeilijke financiële producten.
7. Welke kosten brengt beleggen met zich mee?
Beleggen is niet gratis. Zo betaal je net als bij een bank voor de dienstverlening en je betaalt voor elke aan- en verkoop. Ook betaal je bewaarloon voor het bewaren van je beleggingen.
Lees daarom goed wat alle kosten zijn of laat je informeren, want kosten eten uiteindelijk aan je beleggingsrendement. Hoe minder kosten je maakt, hoe meer rendement je kunt maken.
8. Heeft de partij waarbij je belegt een vergunning?
Als je beleggingen koopt dan doe je dat bij een instelling die een vergunning heeft van de AFM. Een vergunning is geen garantie dat je je geld niet zult verliezen, maar het betekent wel dat de instelling onder toezicht staat van de AFM.
Lees ook: De AFM wie kent 'm niet?