Wie een huis erft en het wil verkopen, moet er rekening mee houden dat dit net iets anders werkt dan de verkoop van een 'gewoon' eigen huis. Er is een aantal zaken om goed op te letten, schreef DFTGeld vorige week, op basis van een interview met kandidaat-notaris Huenges Wajer Joosten. Een opsomming.
Check ook: Erf je een woning? Hier moet je op letten
- Meestal kiest de koper van de woning de notaris èn betaalt de kosten daarvan. Maar is hij of zij tijd kwijt aan het controleren van de vererving van de woning, dan mogen bij jou - de verkoper - extra kosten in rekening worden gebracht.
Een oplossing kan zijn om als verkopende partij met een eigen notaris te overleggen en hem of haar de kosten van het onderzoek en van de leveringsakte op papier te laten zetten. En, citeert DFT kandidaat-notaris Joosten, bied het huis dan (semi) vrij op naam aan. Jouw notaris regelt alles en je weet dan hoe hoog de kosten zijn.
Lees ook: Dit is het verschil tussen nieuwbouw en vrij op naam
- Zijn er meerdere erfgenamen? Zorg ervoor dat iedereen een (onherroepelijke) volmacht tot verkoop en levering tekent, voordat het huis in de verkoop gaat. Anders kan er een probleem ontstaan voor de andere erfgenamen, bijvoorbeeld in het geval dat één persoon zich terugtrekt.
- Het kan verstandig zijn een niet-bewoningsclausule in het koopcontract op te nemen, meldt DFT. Dit heeft te maken met spreekplicht van de verkoper rondom de staat van het huis en eventuele verborgen gebreken.
Bij de verkoop van een huis moet de verkoper duidelijk zijn over de staat van het huis en de koper moet er zelf onderzoek naar doen. Doorgaans horen beide partijen zich daar ongeveer evenveel voor in te spannen.
Maar als erfgenaam weet je wellicht niet wat de exacte staat van het huis is. Is er een niet-bewoningsclausule, dan wordt de onderzoeksplicht van de kopende partij groter en ben je zelf minder snel aansprakelijk voor eventuele (verborgen) gebreken.
Lees ook: Verborgen gebreken in je nieuwe huis? Dit moet je doen.