IEXGeld

Dossiers

Profiel

Zo vergelijk je de kosten van vermogensbeheerders

Als het goed is weet je inmiddels wel dat je op de kosten moet letten als je geld opzij zet voor later. Zo erg als in de dagen van de woekerpolis is het niet meer - toen werden er vooraf al zóveel kosten afgeroomd dat het restant wat werd belegd bij lange na niet volstond om er je beleggingsdoelen mee te bereiken - maar nog altijd geldt de gulden regel: iedere euro die je aan kosten betaalt is een euro minder belegd. 

Gelukkig is het allemaal wel een tandje minder dan in de woekerhoogtijdagen. Banken en vermogensbeheerders weten als geen ander dat klanten op de kleintjes letten en dat er tegenwoordig allerlei handige vergelijkingssites zijn waar je kunt zien wat er ongeveer aan de strijkstok blijft hangen.

Check ook: Ga je beleggen, let dan op kosten

Dus het gaat de goede kant op met de kosten. Maar toch is het nog een hele toer om als belegger te weten te komen hoeveel je nu eigenlijk betaalt voor de geboden diensten. Dat is helemaal het geval als je liever niet zelf belegt, maar het wilt uitbesteden aan iemand die er verstand van heeft.

Direct en indirect

Dat lijkt een simpele oplossing: hier is mijn geld en beleg het maar voor me. Maar als je ziet welke kosten daar allemaal bij komen kijken krijg je eerder het idee dat er een reusachtig apparaat voor je aan het werk wordt gezet. Om te beginnen is er een verschil tussen directe en indirecte kosten. Directe kosten zijn de kosten die je terugvindt in het kostenoverzicht van je vermogensbeheerder. zoals daar zijn:

  • De beheerfee: de vergoeding voor het beheren van je beleggingsportefeuille. Meestal een vast percentage. Hoe hoog dat percentage is kan afhangen van het bedrag dat je laat beheren: hoe minder geld, hoe hoger het percentage. Sommige vermogensbeheerders hanteren een maximumbedrag, omdat het vanaf een zeker vermogen onzin is om de meter nog te laten doorlopen. 
  • Performance fee: een vergoeding die je betaalt als de vermogensbeheerder rendement boekt met je geld. Lang niet iedere beheerder rekent performance fees.
  • Transactiekosten: kosten voor het aan- en verkopen van effecten in je portefeuille
  • Bewaarloon/servicekosten: Kosten voor de bewaring en administratieve afhandeling van je beleggingen
  • Periodieke/overige kosten: terugkerende kosten zoals abionnementen, advieskosten en dergelijke.

Mocht je denken dat dat wel genoeg kostenposten zijn, dan heb je het fout. Er is namelijk ook nog zoiets als indirecte kosten - die je doorgaans niet in het overzicht van je vermogensbeheerder terugvindt. Indirecte kosten zitten vaak verstopt in beleggingsproducten, zoals fondsen. Je betaalt ze niet direct, maar ze worden in mindering gebracht op de waarde van het fonds.

"Lage kosten" is niet per se goedkoop

Wat voorbeelden van indirecte kosten:

  • Lopende kosten: jaarlijkse kosten van een fonds of tracker. Denk aan beheerfee, servicefee en dergelijke
  • Transactiekosten binnen het fonds: binnen fondsen wordt gehandeld in aandelen of andere beleggingen. Die kosten variëren per fonds. In sommige fondsen wordt veel gehandel, in andere veel minder.
  • Op- en afslagen: kosten die de fondsmanager maakt omdat er meer of minder vermogen in fonds komt, waardoor er beleggingen moeten worden ingekocht of verkocht. 

Enfin, je hoeft al die verschillende kosten niet uit elkaar te kunnen houden, zolang je maar weet dat een blije vermelding in de brochure van "lage beheerskosten" nog niet wel zeggen dat een vermogensbeheerder ook daadwerkelijk goedkoop is. Hoe kom je daar dan wel achter?

Lees ook: Welke kosten brengen vermogensbeheerders allemaal in rekening?

Wat zijn nu de totále kosten?

Vanaf 1 januari gaan de banken werken met een zogeheten Vergelijkende Kostenmaatstaf, die naar schatting aangeeft wat de dienstverlening voor jouw beleggingsprofiel in totaal kost. Let op de woordjes "naar schatting". Het is dus niet per se het bedrag wat jij gaat betalen - het is een indicatie van wat het gemiddeld kost.

De mensen achter vergelijkingssite Beleggingsmatch gaan een stapje verder. Zij berekenden voor een flink aantal vermogensbeheerproducten hoe hoog de zogeheten Total Cost of Ownership - de totale kosten van de dienstverlening - is. Daarvoor moesten ze ook een paar inschattingen maken, maar op basis van àlle beschikbare gegevens kwamen ze een heel eind.

Voor alle resultaten moet je bij Beleggingsmatch zelf zijn (kies op de site voor "uitbesteden"), maar laten we zeggen dat de verschillen tussen de verschillende vermogensbeheerders flink zijn. Bij een vermogen van 100.000 euro en een gemiddeld beleggingsprofiel kun je een vermogensbeheerder vinden die 1,06% in rekening brengt (iBeleggen), maar ook een die 3,08% rekent (ABN Amro). 

Dat scheelt nogal, 1060 euro of 3080 euro per jaar. En naarmate je meer geld inlegt worden de verschillen zelfs groter. Met een half miljoen euro belegd vermogen en een gemiddeld beleggingsprofiel rekent de goedkoopste aanbieder (KNAB, vermogensbeheer door Royce Tostrams) maar 0,41%, terwijl de duurste vermogensbeheerder (weer ABN Amro) het niet voor minder dan 2,88% doet. 

Lage kosten zijn niet zaligmakend 

Waar zit hem dat in? Vooral in het verschil tussen beide vormen van dienstverlening. KNAB en iBeleggen bieden hun dienstverlening online aan en werken vooral met goedkope indextrackers, waar ABN Amro ook aan persoonlijk contact doet en in actief beheerde beleggingsfondsen belegt. Die zijn doorgaans duurder dan trackers.

Gewoon de goedkoopste vermogensbeheerder kiezen en de winst in je zak steken? Was het maar zo makkelijk. Lage kosten zijn helaas niet zaligmakend - hoewel ze wel belangrijk zijn. Het is verstandig om vermogensbeheerders wèl op kosten te vergelijken, maar daarna ook goed te kijken of de duurdere vermogensbeheerders misschien wel extra diensten bieden waar je toch wel behoefte aan hebt. 

Dat zou zomaar kunnen. Heb je behoefte aan persoonlijk contact met een beheerder? Dan is een zuivere online oplossing misschien niet je ding. Daarnaast moet de beleggingsfilosofie van het huis je aanspreken - daar passen misschien weer geen indextrackers bij.

En er is nog zoiets ongrijpbaars als "een goed gevoel". Misschien heb je dat wel het meeste bij je huisbank, of bij een partij die je wordt aangeraden door vrienden of familie. Kortom, kies vooral zelf op basis van je eigen criteria. Zolang je maar wel wéét wat de dienstverlening kost en wat je daarvoor krijgt, want iedere euro die in de zak van je beheerder verdwijnt  is er één die nooit zal worden belegd.  

Doe de test: Zelf beleggen of uitbesteden? 

Gerelateerde Tools

Lees ook:

Beleggen in obligaties voor beginners

Wat is een obligatie en is het verstandig om erin te beleggen? IEX-redac... Lees verder ›