De aandelenmarkteng aan over de hele linie omhoog of omlaag, zou je zeggen. Toch zijn de rendementsverschillen tussen sectoren enorm. Hoe kies je de beste sectoren?
'Wall Street is in het rood geëindigd', 'De AEX is met winst de dag uit gegaan'. Dergelijke krantenkoppen suggereren dat de hele markt een bepaalde richting op gaat. Maar wie wat dieper inzoomt op de koersbewegingen, ziet dat er grote verschillen tussen sectoren zijn. Terwijl de ene sector afstevent op recordniveaus, heeft de andere sector moeite om de voeten droog te houden.
Check ook: 6 tips om je portefeuille recessieproof te maken
Onlangs bracht Ben Carlson, portfoliobeheerder bij Ritholtz Wealth Managementop zijn blog in kaart hoe de verschillende sectoren in de Amerikaanse S&P 500-index in de afgelopen tien jaar hebben gepresteerd. Hij maakte voor zijn berekeningen gebruik van de sector-ETF's van State Street, die de sectorindexen van de S&P 500 volgen.
Als je goed naar dit overzicht kijkt, valt op hoe sterk de sectoren uiteen lopen. Het gemiddelde verschil in rendement tussen de best en slechtst presterende sector van de S&P 500 bedraagt meer dan 31% per jaar.
Dit jaar doet de best presterende sector (technologie) het 25% beter an de slechtst presterende sector (gezondheidszorg). In 2009 liep het rendement tussen de kampioen en de grootste brekebeen zelfs 40% uiteen. Er zijn ook jaren bij waarin de ene sector een dubbelcijferig rendement behaalt, terwijl de andere sector op een dubbelcijferig verlies staat.
Het maakt dus een enorm verschil welke sectoren je kiest.
Dit zijn de beste en slechtst presterende sectoren sinds 2009
Tellen we alle rendementen bij elkaar op, dan komt 'duurzame consumentengoederen' uit de bus als de best presterende sector sinds de crisis. Als je in 2009 al je geld in deze sector had gestoken, dan was de waarde van je inleg met maar liefst 550,7% gestegen. Dit is voor een groot deel te danken aan webwinkelgigant Amazon, die meer dan 20% van deze sector uitmaakt.
Hierna volgt de technologiesector, met een tienjaarsrentement van 517%. Helemaal onderaan bungelt de energiesector. Sinds 2014 zijn energieaandelen met meer dan 20% gedaald, terwijl de S&P 500 in totaal bijna 80% is gestegen.
Bodemvissen is riskant
De verleiding kan groot zijn om je op de achterblijvers te storten, in de hoop op herstel. Maar dat is niet zonder risico. Als er een goede reden is voor de afstraffing, is er een kans dat de koersen nog verder dalen of langdurig achterblijven bij de rest van de markt.
Een mooi voorbeeld is de financiële sector. Bankaandelen zijn in het begin van de crisis, in 2007 en 2008, fors onderuit gegaan. Beleggers die in de nasleep van de crisis financiële aandelen hebben gekocht in de hoop op een sterk herstel, wachten daar nog steeds op.
Omgekeerd kan in sectoren die fors zijn opgelopen sprake zijn van bubbelvorming. Puur handelen op basis van waardering, is dus riskant. Probeer altijd te achterhalen waarom een sector in de bezemwagen zit en of de waardering van sectoren die erg in trek zijn nog reeël is.
Hoe benut je sectorvoordelen?
Verder is het slim om te proberen om sectorvoordelen te benutten, want sectoren kunnen verschillend reageren op:
1. Maatschappelijke ontwikkelingen
Met sectorbeleggen kun je inspelen op geopolitieke ontwikkelingen. Zo zijn sommige (sub)sectoren gevoeliger voor de handelsoorlog tussen de VS en China dan andere. Denk bijvoorbeeld aan de technologiesector en aan staalbedrijven en andere grondstoffenleveranciers. Andere sectoren, zoals banken, zijn er juist minder gevoelig voor.
Door de juiste sectoren te selecteren, kun je anticiperen op een positieve of juist negatieve uitkomst van de handelsbesprekingen.
2. Trends
Door slim te roteren tussen sectoren kun je ook profiteren van technologische en maatschappelijke trends, zoals de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie, de opkomst van 5G, de strijd tegen klimaatverandering of de vergrijzing.
3. Macro-economische ontwikkelingen
Sectoren kunnen ook verschillend reageren op macro-economische ontwikkelingen, zoals een stijgende inflatie of een dalende rente. Als bijvoorbeeld de inflatie oploopt, reageren aandelen van nutsbedrijven daar vaak negatief op, terwijl aandelen van energiebedrijven en financials dan meestal in de lift zitten.
Oplopende olieprijzen zijn positief voor energie-aandelen, zoals Shell, maar vaak negatief voor nutsbedrijven en niet-duurzame consumentengoederen.
4. De fase van de cyclus
Je kunt ook kiezen voor bepaalde sectoren om te anticiperen op verschillende fasen van de economische cyclus. In de late fase van de economische cyclus, laat bijvoorbeeld de energiesector vaak betere rendementen zien, terwijl nutsbedrijven het relatief beter doen tijdens een recessie.
5. Correlatie met de beurs
Tot slot kun je checken hoe sterk de correlatie is tussen een sector en de beurs. Bepaalde sectoren zijn gevoeliger voor het marktsentiment – hebben een hogere bèta – dan andere. De energiesector en de sector 'duurzame consumentengoederen' reageren vaak sterker op marktontwikkelingen dan bijvoorbeeld nutsbedrijven of fabrikanten van basisconsumentengoederen.
Lees ook: Hoe schadelijk zijn forse koersschommelingen?
Verwacht je veel marktturbulentie, dan kun je een draai maken naar nutsbedrijven en levensmiddelenbedrijven. Zij kennen een stabielere omzet en dat kan zorgen voor demping van de risico's.
Spreiden blijft belangrijk
Hoewel je met sectorbeleggen kunt inspelen op bepaalde ontwikkelingen, is het wel verstandig om goed te spreiden. Zoals we hierboven zagen, kunnen de verschillen tussen sectoren fors uiteenlopen. Steek je al je geld in één sector, dan kan één verkeerde gok desastreus uitpakken. Verdeel je geld dus over verschillende sectoren.
Spreid ook over verschillende landen en regio's, om een landenrisico te voorkomen. En kies bij voorkeur voor beleggingsfondsen (actief beheerde fondsen of ETF's) in plaats van individuele aandelen, om bedrijfsspecifieke risico's te dempen.
Lees ook: 7 tips om optimaal te spreiden als belegger