Door de prijsstijgingen is het aantal betaalbare woningen voor starters onder de 35 jaar in de grote steden flink afgenomen. Jonge starters die in hun eentje kopen en weinig spaargeld meebrengen, hebben weinig tot geen keus in de stad. Dat schrijft het ING Economisch Bureau in een persbericht.
Wat zijn dan nog de opties voor starters? De stad uit, lijkt het devies. Maar dat is iets wat veel jongere mensen juist niet willen. Er is dus een grote discrepantie tussen wat starters willen en kunnen. Ongeveer 80% van de betaalbare starterswoningen staat te koop buiten de 25 grootste steden.
Alles over wonen op: IEXGeld Wonen
Gewild maar ontoegankelijk
Veel jongeren vestigen zich bij voorkeur in een stad, omdat de werkgelegenheid er groter is en er meer te doen is. Maar de prijzen van koopwoningen in de grote steden zijn juist relatief hard gestegen in vergelijking met de rest van Nederland.
Van de top 25 steden zijn Dordrecht, Apeldoorn, Amersfoort, Enschede en Arnhem nog het meest toegankelijk voor starters. Van de vier grootste steden zijn dit Den Haag en Rotterdam. De alleenstaande starter kan gemiddeld een woning financieren met een prijs tot 150.000 euro.
Met zijn tweeën maken starters al meer kans: doorsneestarters die met z’n tweeën een woning kopen, kunnen met hun inkomen een woning met een prijs tot 230.000 euro financieren. Maar ook in dat segment daalt het aanbod hard en is de krapte op de woningmarkt groot.
Behoorlijk spaarpotje nodig
Ongeveer 70% van de starters op de koopwoningmarkt is tussen de 25 en 35 jaar. De meesten van hen kopen als ze 26 jaar zijn. Het inkomen ligt dan vaak nog niet heel hoog.
Het modale bruto-inkomen van een jong tweepersoonshuishouden (met een kostwinner onder de 35 jaar) is 52.100 euro per jaar. Hiermee kunnen zij een hypotheek van maximaal 230.000 euro afsluiten. Jonge eenpersoonshuishoudens verdienen met 34.400 euro gemiddeld een stuk minder en kunnen maximaal een hypotheek van 150.000 euro afsluiten. In Amsterdam krijg je daar amper een stoeptegel voor.
Lees ook: Hier maken huizenkopers nog kans
En zelfs al vinden starters een woning, dan nog hebben ze behoorlijk wat eigen vermogen nodig. Ook als starters de volledige waarde van een woning financieren met een hypotheek, hebben zij rond de 5% van de woningwaarde nodig voor het betalen van de kosten koper (o.a. overdrachtsbelasting van 2 procent en notariskosten) en de makelaarskosten.
Bijvoorbeeld: Koopt een startersstel een woning van 230.000 euro, dan komt dit neer op 11.500 euro en daar komen de kosten voor de inrichting en een eventuele makelaarskosten nog bovenop. Op een jaarlijks inkomen van 51.200 is dit een behoorlijk bedrag. Zeker als de huur al hoog is.
Veel jonge starters die een woning kopen, houden dus geen eigen vermogen over om in te leggen in de woning. Ze zijn dus volledig afhankelijk van hun hypotheek voor het financieren van een koopwoning.
Terug naar het dorp? Nee bedankt
Slechts een op de vijf van de betaalbare woningen voor starters staat in één van de 25 grootste steden. Starters zijn dus vooral aangewezen op het aanbod in de kleine steden en dorpen. Maar terug naar het dorp willen veel jonge mensen niet.
Er blijven drie mogelijkheden over voor de onvermogende starters: huren in de grote steden (maar ook duur en ook moeilijk om aan een woning te komen), kopen in de minst krappe steden (met veel concurrentie en kans dat ze veel te veel betalen) of kopen in kleine steden en dorpen (weinig werkgelegenheid en niks te doen). Ofwel: Ze kunnen geen kant op.
ING Economisch Bureau: "Steden waarvan wij verwachten dat ze een alternatief zullen worden voor de meest krappe steden zijn: Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, Alphen aan den Rijn en Zoetermeer voor Leiden; Alkmaar voor Amsterdam; Arnhem, Apeldoorn, Amersfoort en Nijmegen voor Utrecht en Tilburg als alternatief voor Eindhoven. Ook zullen starters vaker kiezen voor een dorp of kleine stad direct rond de steden, deze beweging is rond Amsterdam en Utrecht al duidelijk zichtbaar."
Lees ook: Hoe haalbaar is je woning energiezuiniger maken?