In de rubriek What the... finance nemen we iedere week een wetenswaardig financieel begrip, afkomstig van De Financiële Begrippenlijst (dfbonline.nl), onder de loep.
Eerder hebben we al hefboombeleggen bekeken, vandaag komt een specifiek soort beleggingsinstrument met hefboomweging aan bod: de turbo.
Een turbo is een beleggingsinstrument met een hefboomweging. Dat betekent dat je versneld kunt profiteren van een stijging of een daling van een aandeel, terwijl je zelf een beperkte inleg doet. Daardoor heb je in kortere tijd kans op meer rendement, maar het brengt ook meer risico's met zich mee. Je kunt veel winnen, en veel verliezen.
De turbo is ongeveer twintig jaar geleden ontwikkeld, maar in de loop der tijd zijn er meer soortgelijke instrumenten op de markt gebracht, van sprinter tot speeder. Als het maar snel, snel, snel klinkt. Want daarom zijn ze zo aanlokkelijk: snelle resultaten.
Meer What the... finance vind je hier!
Hefboomeffect
Het hefboomeffect zegt eigenlijk al wat het betekent: kleine kracht (inleg) in combinatie met een grote beweging (winst/verlies). Het is eigenlijk een verhoging van het rendement op je eigen inleg (eigen vermogen) door de bank (financieringsniveau). Er zijn verschillende hefbomen: van één tot tien tot veel meer. Dat geeft de mate van versnelling van het rendement aan: keer twee, keer vijf, keer tien, et cetera.
Stel, je koopt een turbo op een aandeel dat twintig euro kost. Jij betaalt vier euro voor de turbo, de bank draagt de overige zestien euro bij. Dit doet de bank overigens niet gratis, ze rekenen wel rente op dit bedrag èn transactiekosten. Het aandeel gaat in een week van twintig naar 24 euro. Daarmee stijgt ook je turbo in waarde, namelijk naar acht euro. Dat betekent een rendement van 100%.
Als je gewoon het aandeel had gekocht voor twintig euro had je ook vier euro winst gemaakt. Procentueel gezien is dat heel anders: dan is die vier euro maar 20% rendement.
Check ook: Dit is hefboombeleggen
Automatische stoploss
Een voordeel van een turbo is een soort ingebouwde beveiliging. Die beveiliging heet een automatische stop-loss. Het stoplossniveau verschilt per product, maar ligt vaak rond de 7,5 tot 10% van de inleg van de bank. Dit staat overigens altijd in de voorwaarden van het product. Check die dus goed.
Als we nog even concreet doorgaan met het voorbeeld dan betekent dat bij het aandeel van twintig euro (turbo long van vier euro en zestien euro van de bank), dat wanneer het aandeel daalt naar 17,20, jouw turbo automatisch gestopt wordt. Je krijgt dan je resterende 1,20 euro op je rekening gestort. Die 2,80 euro ben je kwijt. Hoeveel je kwijt bent bij een verlies bereken je zo: 16 x 1,075 = 17,20.
De meeste beleggers handelen niet in maar één turbo maar in een veelvoud daarvan. Als je honderd turbo's hebt gekocht waar je allemaal 2,80 van kwijt bent, heb je een flink verlies.
Lees ook: Meer rendement = meer risico. Altijd.
Oefenen met turbo's
Lijken turbo's je wel wat? Onthoud dan - net als bij iedere andere belegging overigens: hoge rendementen = hoge risico's. Een goede manier om te oefenen met turbo's is het spel de Slimste Belegger. Hier kun je met fictief geld, maar echte koersen, oefenen met het beleggen in turbo's. De volgende editie van de Slimste Belegger begint op 15 mei, maar vanaf 8 mei kun je al oefenen.