Wat lang werd gedacht en door aanbieders van beleggingsproducten werd gehoopt blijkt ook echt te kloppen: de lage spaarrente zet tot beleggen aan. Uit een jaarlijks onderzoek van Kantar TNS - het voormalige TNS NIPO – blijkt dat er in 2016 Nederland 100.000 beleggende huishoudens zijn bijgekomen, een stijging van 9%.
Dat is een keerpunt, want het aantal huishoudens dat aandelen of obligaties bezit is al jaren min of meer stabiel op 1,1 miljoen. De lage spaarrente duwt mensen echter naar de beurs.
Nederland telt niet alleen meer nieuwe beleggers, beleggen wint ook steeds meer terrein ten opzichte van sparen. De belangrijkste motivatie is om vermogen te behouden of te vergroten, bijvoorbeeld door te beleggen in dividendaandelen, stelt Kantar TNS. Dit zijn aandelen die periodiek een aantrekkelijk dividend uitkeren, en kunnen dienen als substituut voor sparen als je de jojoënde aandelenkoersen voor lief neemt.
Passief beleggen in ETF's en/of indexfondsen heeft bij steeds meer Nederlanders de voorkeur, die verder graag gebruik maken van apps om transacties te doen op de beurs.
Een gunstig beursklimaat is niet doorslaggevend, de voortdurend dalende spaarrente daarentegen wel. Gisteren heeft ABN Amro de rente verlaagd voor een vrije opneembare spaarrekening van 0,3 naar 0,25%. Andere banken geven spaarders gemiddeld 0,3%.
Eind jaren negentig telde Nederland overigens veel meer beleggende huishoudens: liefst 1,9 miljoen. Dat kwam doordat internetaandelen door het plafond gingen en iedereen een graantje wilde meepikken van de gekte, die eindige met een beurscrash in het nieuwe millennium.