IEXGeld

Dossiers

Profiel

Meer vermogen door te beleggen? Maak eerst een plan.

Wil je je vermogen laten toenemen door te beleggen, dan moet je eerst een plan van aanpak maken: je vermogensplanning.

Dit houdt in dat je een beleggingsplan maakt op basis van het risico dat je bereid bent te lopen (je risicoprofiel), voor hoe lang je wilt gaan beleggen (je beleggingshorizon) en je uiteindelijke doel.

Met dit plan kun je vervolgens naar je bank of broker om je beleggingsfondsenportefeuille in te richten of te laten inrichten.

Het bepalen van de verdeling van je beleggingen over diverse categorieën blijkt veruit de meest belangrijke beleggingsbeslissing te zijn. Onderzoeksbureau Brinson Partners uit Chicago heeft berekend dat meer dan 80% van het uiteindelijke rendement wordt bepaald door die verdeling, ook wel de asset allocatie. De overige 20% wordt bepaald door bijvoorbeeld timing en landenkeuzes.

Lees ook: Aan de slag als belegger? Hier begin je!

Combinatie van aandelen en obligaties

Het is goed om in een beleggingsportefeuille een combinatie van aandelen en obligaties te bezitten. Deze combinatie levert namelijk een betere risico-rendementverhouding op dan fondsen met alleen aandelen of alleen obligaties.

Als je een beetje obligaties voegt bij een aandelenportefeuille dan daalt het risico sterk, terwijl het rendement slechts in beperkte mate afneemt. Dit komt doordat je een risicospreiding over de diverse beleggingscategorieën hebt.

Check ook: De vijf regels voor het spreiden van je portefeuille

Beleggingsportefeuille aanpassen

Je beleggingshorizon verandert door het verstrijken van de tijd. Kom je dichter bij je beleggingsdoel, bijvoorbeeld je pensioen, dan moet je je portefeuille aanpassen. Op dat moment wil je - als het goed is - namelijk minder risico lopen met je beleggingen.

Een goede en simpele rekenregel die vaak wordt gebruikt is: het aandelenbelang in de portefeuille moet 100 -/- de leeftijd zijn. Dus iemand van 20 heeft 80% van zijn portefeuille in aandelen belegd.

Lees ook: Je beleggingshorizon vaststellen: dat is niet altijd eenvoudig

Het slaap-goed-beleggingsplan

Er zijn veel manieren om je vermogen te laten groeien. De meest simpele, maar zeer effectieve manier, is gebruik te maken van het volgende beleggingsplan:

  1. Beleg iedere maand 10% van je netto inkomen. Die 10% zal je niet missen. Of er nu 400 euro op je rekening komt of 360 euro, dat maakt nauwelijks verschil. Het voorkomt wel dat je het uitgeeft.

  2. Begin met het opbouwen van een financiële buffer: vier tot zes keer je netto maandsalaris is een aardige indicatie. Zet dit op een spaarrekening met een zo hoog mogelijke rente zonder beperkingen.

  3. Zodra het spaarbedrag boven de buffer uitkomt, open je een beleggingsrekening bij een betrouwbare financiële instelling. Met een beleggingsrekening kan je iedere maand een klein bedrag storten, bijvoorbeeld 50 euro, zonder dat hiervan een belangrijk deel aan vaste kosten opgaat.

  4. Beleg iedere maand. Dan koop je op hoge, maar ook op lage koersen. Gezien het feit dat aandelenkoersen op lange termijn altijd stijgen, maak je uiteindelijk een goed rendement. Deze methode heeft ook een tweede voordeel, namelijk dat je je niet laat beïnvloeden door de dagelijkse koersbewegingen.

  5. Beleg in aandelen. Obligaties groeien op lange termijn niet, aandelen wel. Bedrijven laten ieder jaar de winst groeien en als er winstgroei is, komt de koersgroei uiteindelijk ook.

  6. Laat het rente-op-rente wonder voor je werken. Als je 300 euro per maand belegt in een gemiddeld wereldwijd aandelenbeleggingsfonds dan heb je na dertig jaar ruim 1 miljoen bij elkaar gespaard. Je moet dan wel het dividend door je bank laten herbeleggen.

    Een gemiddeld wereldwijd aandelenbeleggingsfonds verdiende in de afgelopen dertig jaar netto 12% per jaar. Je hebt dan totaal 108.000 euro ingelegd. Let wel, bij een gemiddelde inflatie van 2,5% is alles tweemaal zo duur.

Lees ook: Beleggen zonder startkapitaal? Ga middelen!

Stappenplan bij grotere beleggingen

Wil je in één keer een bedrag beleggen, dan is het verstandig om eerst je risicoprofiel en je beleggingstermijn (hoe lang je wilt beleggen) te bepalen.

Stap 1: Stel je risicoprofiel vast

Het risicoprofiel is op twee manieren vast te stellen. Als eerste kan je aan de hand van de drie beschreven standaard risicoprofielen bepalen welke van de drie het beste bij jou past:

1. Risico-avers, de voorzichtige belegger: deze belegger kiest voor veiligheid boven grote vermogensgroei en kenmerkt zich doordat hij:

  • een hoger rendement wenst dan het lage rentepeil dat een spaarrekening biedt
  • belegt met het oog op een constante aangroei van het kapitaal op lange termijn
  • meer gemoedsrust wenst en dus grote koersschommelingen op korte termijn wil vermijden
  • de eerste stappen zet in de beleggerswereld en geen grote risico's wil nemen met zijn geld

2. Risiconeutraal: deze belegger wil vermogensgroei waarbij evenwicht is tussen risico en rendement en kenmerkt zich doordat hij:

  • op zoek is naar een flinke groei van zijn belegging, met een goed gespreid risico
  • een portefeuille wil met overheersend internationale beleggingsoplossingen, zonder dat hij onnodige risico's neemt

3. Risicopreferent, de dynamische belegger: deze belegger wenst vermogensgroei op de lange termijn en kenmerkt zich doordat hij:

  • in gespecialiseerde fondsen wil beleggen maar er weinig voor voelt om zelf aandelen te selecteren en een eigen portefeuille te beheren
  • wil profiteren van de groeimogelijkheden op lange termijn die beleggingen wereldwijd bieden

De tweede manier voor het bepalen van je risicoprofiel is het invullen van een vragenlijst. Iedere belegggingsbank heeft zijn eigen vragenlijst.

Lees ook: Een paar muisklikken en je weet 't: dit is je beleggingsprofiel

Stap 2: Bepaal je beleggingstermijn

Nu je je risicoprofiel hebt vastgesteld is het nodig te bepalen hoe lang je wil beleggen en met welk doel. Gangbaar is een verdeling in drie termijnen:

  • 0 tot 5 jaar
  • 5 tot 10 jaar
  • meer dan 10 jaar

Belangrijke input voor het bepalen van je beleggingstermijn is de levensfase waarin je zit. Denk je daarbij aan de volgende vragen:

  • Wat is de reden om te gaan beleggen: vermogensvorming voor de aanschaf van een auto of huis, voor de oudedag of als alternatief op het lage rendement op spaarrekeningen?
  • Bestaat er een aanzienlijke kans dat de belegging aangesproken wordt gedurende de verwachte beleggingstermijn?

Check ook: Tool: Wat voor soort belegger ben je?

Stap 3: Selectie beleggingscategorieën

Het risicoprofiel en de beleggingstermijn bepalen in belangrijke mate de keuze voor de beleggingscategorieën: aandelen, obligaties of deposito's.

Qua profiel heeft de voorzichtige belegger een duidelijke voorkeur voor obligaties en geldmarktfondsen (of kasgeld). De voorzichtige belegger zal slechts een klein gedeelte van de belegging in aandelen stoppen.

De dynamische belegger daarentegen is overtuigd van het hogere verwachte rendement, dat een belegging in aandelen op de lange termijn biedt. De dynamische belegger zal voornamelijk aandelen selecteren.

Qua beleggingstermijn geldt dat, naarmate de termijn langer is, de jaarlijkse fluctuatie van het rendement afneemt. Dit betekent dat hoe langer je beleggingstermijn is, hoe meer je in aandelen kunt beleggen.

In de onderstaande tabel is op basis van het risicoprofiel en de beleggingstermijn een verdeling gemaakt over de beleggingscategorieën aandelen, obligaties en deposito's. Dit is slechts een voorbeeldverdeling, iedere bank heeft zijn eigen verdeling.

  Voorzichtig Neutraal Dynamisch
0 tot 5 jaar aandelen: 20% aandelen: 40% aandelen: 60%
  obligaties: 50% obligaties: 40% obligaties: 30%
  geldmarkt: 30% geldmarkt: 20% geldmarkt: 10%
       
5 tot 10 jaar aandelen: 30% aandelen: 50% aandelen: 70%
  obligaties: 50% obligaties: 40% obligaties: 30%
  geldmarkt: 20% geldmarkt: 10% geldmarkt: 0%
       
langer dan 10 jaar aandelen: 40% aandelen: 60% aandelen: 80%
  obligaties: 50% obligaties: 40% obligaties: 20%
  geldmarkt: 10% geldmarkt: 0% geldmarkt: 0%

Lees ook: Van super-actief tot super-passief: dit zijn de keuzes die je kunt maken.

Beleggingsfondsen versus eigen beleggingen

Wil je meer uit je belegging halen dan alleen maar rendement (bijvoorbeeld spanning) dan kun je in de plaats van beleggen in beleggingsfondsen natuurlijk ook zelf in aandelen beleggen.

Let wel op: ondanks alle kritiek op professionele fondsbeheerders doen particuliere beleggers het gemiddeld slechter. Dit komt doordat de gemiddelde particulier zich voornamelijk door internet laat verleiden om de laatste tips op te volgen en daardoor meer transacties doet dan goed voor zijn portefeuille is.

Conclusie: als je zelf wilt beleggen, doe niet te veel transacties. De transactiekosten hebben een zeer negatieve invloed op het totale rendement. Daarnaast blijken particuliere beleggers vooral de toekomstige winnaars te verkopen en de verliezers vast te houden.

Check ook: Ga je beleggen, let dan heel goed op de kosten!

Deze tekst is een bewerking uit de Cursus Beleggen van Corné van Zeijl.

Gerelateerde Tools

Lees ook:

Pelé-index: zo presteren je voetbalaandelen

Beleggen in voetbalaandelen? Beter van niet. "Gejuich in het stadion gaa... Lees verder ›