- Niet beleggen met geleend geld
- Beleg alleen in wat je snapt
- Durf verlies (en winst) te nemen
Beleggers weten best hoe het moet, maar waarom maken ze dan nog vaak standaardfouten? Omdat het mensen zijn. De meeste fouten lijken niet voor niets verdacht veel op de zeven hoofdzonden: onder andere hebzucht, gulzigheid, gemakzucht.
Beleggers zijn ook maar mensen, dus het helpt al een stuk als je van je eigen zwakheden bewust bent:
1. Beleggen met geleend geld
Een inkoppertje: beleg alleen met geld dat van jou is én wat je voor langere tijd – of geheel – kunt missen. Je weet namelijk niet of je je geïnvesteerde vermogen nog terugziet, de beurzen kunnen immers ook dalen.
Als je belegt met geleend geld en je verliest, betaal je wel rente en aflossing over geld dat je niet eens meer hebt. Beleggen met geld dat je kunt missen, zorgt ervoor dat je 's nachts lekker slaapt.
2. Beleggen zonder horizon
Stel dat je over tien jaar met pensioen wilt, en je voor een deel inkomen uit je beleggingen wilt hebben. Dan moet je de eerste tijd offensiever beleggen en tegen het eind van die tien jaar - als je je opgebouwde vermogen wilt behouden - moet je defensiever gaan beleggen.
Het kan ook zo zijn dat je van je (mogelijke) beleggingswinst over vijf jaar een auto wil kopen. Dan is je beleggingshorizon dus korter en moet je in kortere tijd proberen je doel te bereiken.
Dit heeft effect op de keuze van je beleggingsproducten en de manier – offensief, defensief of neutraal – van beleggen. Veel mensen beleggen zonder rekening te houden met de tijd die ze hebben om hun doelen te behalen.
3. Gebrek aan visie en strategie
Je leest een tipje hier, je hoort een tipje daar en voor je het weet zit je portefeuille vol losse beleggingen die geen enkele samenhang vertonen. Luister zo min mogelijk naar tips - ook als ze van analisten, topmannen of goed geïnformeerde buren komen. Die tipgevers kennen jouw doel en visie niet.
Je eigen (langetermijn)visie gecombineerd met je beleggingsdoel is het belangrijkste. Door veel te lezen over beleggen ontwikkel je zelf een visie en gevoel voor beleggen. En als die visie niet uitkomt - en dat komt regelmatig voor - niet getreurd, gewoon opnieuw beginnen. Dat hoort ook bij beleggen.
4. Geen idee wat je koopt
Topbelegger Warren Buffett belegt alleen in aandelen van bedrijven die hij kent. Producten of diensten waar hij geen verstand van heeft, laat hij links liggen.
Eind jaren negentig keken alle techbeleggers een beetje meewarig naar de oude meester. Hij miste de dikke winsten van de IT-boom op de beurs. In het nieuwe millennium kreeg Buffett het gelijk aan zijn zijde. De IT-bubbel barstte en de dotcomcrisis was een feit. Buffett won niks in de boom, maar verloor ook niet bij het barsten van de bubbel.
In het verleden zijn er de nodige beleggers geweest die producten kochten zonder dat ze wisten wat ze precies kochten en daarmee regelmatig de boot in zijn gegaan. Ken jezelf en zorg dat je – als je bijvoorbeeld besluit om in opties te gaan beleggen – goed voorbereid begint.
5. Inconsequent zijn
Als je belegt voor de lange termijn, doe dat dan ook. Kom dus niet aan het geld dat je voor lange termijn hebt geïnvesteerd en handel daar zeer beperkt mee. Schrik niet van een slechte beursdag, week of maand en gooi vooral niet steeds alles om in je portefeuille. Op lange termijn wordt die slechte periode vaak vanzelf weer rechtgetrokken.
Als je een verkeerde strategie hebt gekozen, kan je die natuurlijk altijd wijzigen, maar wees niet te bang en ga je (langetermijn)portefeuille niet in blinde paniek overhoop halen.
6. Onvoldoende focus
Er zijn wereldwijd miljoenen beleggingsproducten te koop, denk naast aandelen maar eens aan trackers, turbo's (sprinters en speeders), certificaten en opties. Om te voorkomen dat je door de bomen het bos niet meer kunt zien, moet je je beleggingsuniversum beperken.
Leg voor jezelf vast welke indices of producten je gaat volgen en misschien kopen. Je mist zo misschien kansen in producten die je niet intensief volgt, maar je maakt ook minder fouten door onoplettendheid.
Kortom: laat je niet gek maken.
7. Te vroeg winst nemen
Een bekend beursgezegde luidt: "er is nog nooit iemand arm geworden van winstnemen." Klopt, maar er is wel heel veel winst misgelopen door te snel winstnemen. Te snel verkopen - om de winst maar veilig te stellen - is een van de meest gemaakte fouten van beleggers.
Wat is dan wel het juiste moment om een papieren winst om te zetten in keiharde euro's? Het beste is om vooraf met jezelf een boven- en een ondergrens af te spreken. Dus als een aandeel of beleggingsfonds boven of onder een bepaalde koers staat, je in ieder geval een deel van de positie verkoopt. Waar je die grenzen stelt hangt af van je beleggingshorizon.
8. Angst om verlies te nemen
Nog een beleggersspreuk: "cut your losses en let your profits run". Dat wil zeggen dat je verlies moet durven nemen als je ideeën niet uitkomen. Vraag je dus steeds af hoeveel geld je maximaal wil verliezen en neem verlies als je op dit bedrag zit. Een hele moeilijke, want je eigen ongelijk toegeven is een van de lastigste onderdelen van het beleggingsproces. Stap over je trots heen en verkoop als je "stoploss-niveau" is bereikt.
9. Te veel emoties
De punten 7 en 8 horen hier een beetje bij. Volg je bij het beleggen te veel je gevoel, dan kan dat een bedreiging zijn voor je rendement.
Waarom zijn vrouwen, die over het algemeen meer op gevoel beleggen, dan doorgaans toch betere beleggers dan mannen? Dat komt omdat mannen meer risico nemen bij beleggen, net als in het verkeer.
Probeer dus te beleggen met klinische precisie: volgens plan en zonder teveel afgeleid te worden door je gevoel. Een manier om je emoties onder controle te krijgen is je beleggingsbeleid op papier te zetten.
10. Alleen vooruit kijken
Zeker, beleggen is vooruitkijken, maar om te weten of je beleggingsstrategie werkt, moet je af en toe terugkijken op je transacties en die analyseren. Zo voorkom je dat je steeds dezelfde fout maakt.